Op de plaats van het huidige gebouw van de RTBF-VRT (Reyerslaan) stond tot 1963 een militair gebouw, de Nationale Schietbaan. Laatstgenoemde diende voor de schiettrainingen van de soldaten maar ook voor de particulieren. Nochtans, gedurende beide wereldoorlogen had deze een onheilspellendere functie.
Geschiedenis van het gebouw
Een eerste gebouw werd op het Daillyplein in 1859 opgericht, op de plaats van de huidige Prins Boudewijnkazerne. Om technische en veiligheidsredenen werd de Nationale Schietbaan op een vlakte opgericht die verder van de agglomeratie lag. De inwijding van het nieuwe gebouw nam op 15 juli 1889 plaats.
[De eerste Nationale Schietbaan (huidig Daillyplein) pagina uit de krant L’Illustration européenne, 28 september 1872, Van den Haute verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[De Nationale Schietbaan (huidige Reyerslaan), postkaarten, circa 1905, Van den Haute verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Binnenzicht van de Nationale Schietbaan, postkaart, circa 1900, Van den Haute verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Gedurende de eerste Wereldoorlog werd het gebouw door de Duitse bezetters opgevorderd. Ze besloten er een executieplaats voor verzetsstrijd(st)ers van te maken. Drieënveertig mensen zijn er doodgeschoten waarvan twee Duitse soldaten (een van hen had geweigerd-zo zegt men- op Miss Edith Cavell te schieten).
[Executieplaatsen in de Nationale Schietbaan, postkaarten, circa 1919, Iconografische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Lijst van de gefusilleerden van 14-18 op de Nationale Schietbaan op 15 juli 1919 opgesteld, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Gedurende de Tweede Wereldoorlog, nemen de Duitsers het gebouw weer in bezit voor hetzelfde gebruik. Rond 260 mensen zijn er doodgeschoten.
In 1963 werd het gebouw, dat in onbruik was geraakt, met dynamiet opgeblazen. De graven en de namen van de vermoorde verzetsstrijders kan men nog in het “Ereperk der gefusilleerden” zien. In het midden van het RTBF-VRTcomplex gelegen, blijft dat kleine kerkhof een herdenkingsplaats voor het droevige verleden van dat plek.
[Het einde van de Nationale Schietbaan, uittreksel uit een onbenkende krant, 29 april 1963, Van den Haute verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
De doodgeschoten verzetsstrijders van 1914-1918
De 43 slachtoffers van de Duitse bezetter werden op de Nationale Schietbaan zelf begraven na hun executie. In 1919 werd het besloten die op te graven om hun lijken aan hun familie terug te geven.
[Graven van de gefusilleerden kort na de oorlog, postkaarten, Iconografiche verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Opgraving van het stoffelijk overschot van een gefusilleerd, foto, 1919, Iconografische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Gedenkplaat na de opgraving van de lijken van de gefusilleerden opgericht, postkaart, circa 1919-1920, Iconograpfische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[« Ereperk der gefusilleerden” tegenwoordig – foto’s 2018, © D. Berré]
Op de kruizen kan men de namen van de civiele gefusilleerden uit de Tweede Wereldoorlog zien (links). De gedenkplaat met de namen van de gefusilleerden uit de Eerste Wereldoorlog is na 1945 opnieuw opgericht (rechts).
Onder die stoffelijke overschotten vindt men een paar namen terug die beroemd zijn gebleven, terwijl anderen minder bekend zijn. Ziehier de geschiedenis van sommigen onder hen:
Joseph Baekelmans en Alexandre Frank
Joseph Baekelmans, architect en Alexandre Frank, handelaar, zijn beiden de eersten om doodgeschoten te worden op de Nationale Schietbaan. Afkomstig van Antwerpen maken zij gedurende de oorlog deel uit een Britse inlichtingendienst. Zij zijn beiden op 13 september 1915 doodgeschoten. Hun lichamen worden opgegraven en naar Antwerpen in 1919 overgebracht.
[Joseph Baekelmans, foto – bron : Bel-Memorial]
[Alexandre Frank, foto, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Edith Cavell en Philippe Baucq
Edith Cavell is een Engelse verpleegster die een verpleegsterschool in Sint Gillis (nu Depagestraat) in 1907 heeft gesticht. Gedurende de eerste wereldoorlog is ze allereerst geheimagent, alvorens een netwerk in te stellen, dat het mogelijk maakte de geallieerde soldaten de grens tussen België en Nederland – toen in neutrale zone – te laten overgaan. Zij wordt aangehouden na een operatie van Duitse infiltratie van haar netwerk en op 12 oktober 1915 doodgeschoten. Haar lijk werd naar Engeland gerepatrieerd waar ze in de kathedraal van Norwich in Norfolk, haar geboortegebied is begraven.
Philippe Baucq, Schaarbeekse architect, neemt deel gedurende de oorlog aan het ontsnappingsnetwerk van Edith Cavell. Hij is een van de eerste leden van dat netwerk om aangehouden te worden. Hij wordt tegelijk met Edith Cavell doodgeschoten, op 12 oktober 1915. Om hem hulde te brengen wordt een heel groot monument in 1923 opgericht op het Jamblinne De Meuxplein, dankzij een openbare intekening. Dit monument werd niettemin door de Duisters tijdens de tweede wereldoorlog afgebroken. Een nieuw monument, door beeldhouwer Jacques Nisot ontworpen, werd in het Josaphatpark in 1974 ingewijd.
[Edith Cavell, foto – bron : Médecins de la Grande guerre ]
[Philippe Baucq, foto, Iconografische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Het graf van Edith Cavell op de Nationale Schietbaan, Iconografische verzameling, Gemeetearchieven van Schaarbeek]
[De doodkist van Edith Cavell verlaat de Nationale Schietbaan, 13 mei 1919, Iconografische verzameling, Gemeetearchieven van Schaarbeek]
[Nationale begrafenis van Edith Cavell – bron: Youtube – CriticalPast]
[Hulde aan Miss Cavell, uittreksel uit de krant La Dernière Heure, 15 mei 1919, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Inwijding van het monument van Philippe Baucq, Jamblinne De Meuxplein, foto, 1923, Iconografische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Souveniransichtkaart met Edith Cavell en Philippe Baucq, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Gabrielle Petit
De Belgische verpleegster, Gabrielle Petit, is ongetwijfeld een symbool van de Belgische weerstand gedurende de eerste wereldoorlog gebleven, des te meer omdat ze een vrouw was. Voor spionage aangehouden werd ze op 1 april 1916 geëxecuteerd.
Op 29 mei 1919, ter ere van haar en van twee andere gefusilleerden, Mathieu Bodson en Aimé Smekens, worden nationale begrafenissen georganiseerd in Schaarbeek. Gabrielle Petit en haar lotgenoten worden daarna in het Kerkhof van Schaarbeek begraven. Er moet opgemerkt worden dat Aimé Smekens in Antwerpen doodgeschoten was en niet in Schaarbeek. Als hij echter in Schaarbeek woonde toen hij gearresteerd werd, hebben de Schaarbeekse bestuurders hem eveneens hulde willen brengen, omdat hij het verdiende.
[Gabrielle Petit, karton, 1919, Gemeentesecretarie, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Mathieu Bodson, uittreksel uit de krant L’Évènement illustré, 7 juni 1919, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Aimé Smekens, uittreksel uit de krant L’Évènement illustré, 7 juni 1919, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Begrafenis van Petit, Bodson en Smekens, pagina uit de krant Le Patriote illustré, 8 juni 1919, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Gedicht van Céline Valois (onderwijzeres) ter ere van Gabrielle Petit, 22 mei 1919, Gemeentesecretarie, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Monument ter nadachtenis van Gabrielle Petit in het kerkhof van Schaarbeek, beeldhouwer: Maurice Christiaens, 1964 – foto 2017 © A. Wachtelaer]
Oscar Hernalsteens, Jules Mohr en Émile Gressier
Oscar Hernalsteens is een Belgische tekenaar. Gedurende de eerste wereldoorlog verzendt hij berichten per postduif aan de geallieerden, die hen inlichtingen geven met name over de Duitse zeppelinbewegingen. Jules Mohr en Emile Gressier, twee Fransmannen afkomstig van Valenciennes, werken eveneens voor ditzelfde inlichtingennetwerk. Alle drie worden gearresteerd en dan geëxecuteerd op 19 april 1916. De gemeente Schaarbeek organiseert plechtige begrafenissen in 1919 voor de translatie van de lijken van Mohr en Gressier naar Saint-Amand-les-Eaux. Het lijk van Hernalsteens wordt overgebracht naar Watermaal-Bosvoorde.
[Opgraving van het stoffelijk overschot van Oscar Hernalsteens, postkaart, Gemeentesecretarie verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Jules Mohr, foto – bron : Les civils du Valenciennois dans la Grande Guerre 1914-1918]
[Plechtige begrafenis ter ere van Mohr en Gressier, aanplakbiljet, 17 juli 1919, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Adelin Colon, Arthur Roland en Désiré Dufrasne
Gedurende de oorlog is Adelin Colon uit Waver souschef van het station van Ottignies. Zijn beroep, dat talrijke verplaatsingen op de spoorwegen met zich brengt, biedt hem de gelegenheid een inlichtingendienst op poten te zetten. Hij is gearresteerd en veroordeeld met twee leden van zijn verzetsnetwerk: Arthur Roland, station souschef op Turn en Taxis en Désiré Dufrasne, postbeambte te Ottignies. Alle drie worden geëxecuteerd op 26 juli 1916.
[Adelin Colon, foto – bron: Bel-Memorial]
[Désiré Dufrasne, foto – bron: Bel-Memorial]
[« Hommage à un brave. Les funérailles d’Adelin Colon », uittreksel uit een onbekende krant, zonder datum, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Georges Kugé
Toen de oorlog uitbrak ging Georges Kugé, zoon van een Duitse horlogemaker, het Belgische leger in. Hij werd in 1914 gewond en werd spion ten dienste van de geallieerden. Een gemakkelijker werk voor hem door het feit dat hij vlot Duits sprak. Hij werd gearresteerd en geëxecuteerd op 25 juni 1917 tegelijk met Léon Boiteux, de gebroeders Jules en Lucien Descamps en François Vergauwen. Georges Kugé werd daarna in Lessen in 1919 begraven.
[Georges Kugé, foto, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Jules et Lucien Descamps, foto’s – bron: Bel-Memorial]
[François Vergauwen, foto, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[« Funérailles patriotiques du martyr Georges Kugé », uittreksel uit de krant Journal de Lessines, 20 maart1919, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Émile Stévigny
Emile Stévigny, belastingcontroleur te Masseik, richt gedurende de eerste wereldoorlog een inlichtingennetwerk op in de Provincie Luxemburg. Verraden door een klokkenluider wordt hij geëxecuteerd op 13 december 1917.
[Emile Stévigny, foto – bron : Médecins de la Grande guerre]
Hulde na de oorlog
Ter aanvulling van de plechtige of intiemere plechtigheden die aan deze verzetsstrijders na de oorlog worden gebracht, besluit de gemeente Schaarbeek een herdenkingsmonument voor de Nationale Schietbaan te laten oprichten. Dit wordt op 10 april 1919 ingewijd. Het wordt door de Duitsers gedurende de tweede wereldoorlog vernietigd; die hadden de Nationale Schietbaan opgevorderd om er hun onheilspellende werk te hernemen. Een nieuw monument, door Georges Vandervoorde gecreëerd wordt in 1956 opgericht ter nagedachtenis van de martelaars van de twee oorlogen.
[Inwijding van het monument van de civiele gefusilleerden, foto’s, 29 september 1929, Iconografische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Toespraak van général Meiser, burgemeester van Schaarbeek voor de inwijding van het monument van de civiele gefusilleerden, 29 september 1929, Gemeentesecretarie archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[Monument van de Martelaars uit de twee oorlogen (Karabiniersplein), beeldhouwer: Georges Vandevoorde, postkaart, 1956, Van den Haute verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Om meer van af te weten:
In dit artikel was het ons onmogelijk de gedetailleerde geschiedenis van de Nationale Schietbaan en van alle gefusilleerden van de Grote Oorlog te vertellen. Dit zou te lang zijn. Om verder in te gaan, bevelen we jullie de volgende websites en boeken aan:
De Nationale Schietbaan (website van de gemeente Schaarbeek)
« Mémoires de trois fusillés » par Laurent Lombard
« Nos fusillés (recruteurs et espions) » par Charles Tytgat (1919)
© Archives communales de Schaerbeek | Gemeentearchieven van Schaarbeek