Woluwe-Saint-Lambert a connu trois maisons communales différentes. En 1800, l’entité n’était habitée que par 750 habitants. La gestion communale pouvait donc se faire à partir de la ferme «Hof te Nazareth», située chaussée de Roodebeek et occupée par le secrétaire communal, Jean-Baptiste Claes. En 1852, le Conseil communal prend la décision d’acquérir une maison située aujourd’hui rue Madyol. Elle est pourvue d’un logement pour l’instituteur. Elle sera utilisée comme maison communale jusqu’en 1939. Elle deviendra vite bien trop petite pour gérer une agglomération qui compte alors 25.000 habitants. Seul le bourgmestre y dispose d’un bureau. Par manque de place, les échevins sont contraints de recevoir dans les locaux des différents services. Une fois que l’administration communale aura quitté la bâtisse, celle-ci accueillera les services sociaux, jusqu’en 1958. Actuellement, elle est utilisée comme centre paroissial de rencontre et est dénommée « Shalom Center ».
Sint-Lambrechts-Woluwe heeft drie verschillende gemeentehuizen gekend. In 1800 telde de gemeente slechts 750 inwoners. Het besturen van de gemeente kon dus gebeuren vanuit de boerderij « Hof te Nazareth », gelegen aan de Roodebeeksteenweg en bewoond door de gemeentesecretaris Jean-Baptiste Claes. In 1852 beslist de gemeenteraad een huis aan te kopen in de actueel Madyolstraat. Het is voorzien van accommodatie voor de onderwijzer. Het zal gebruikt worden als gemeentehuis tot 1939. Het wordt al snel veel te klein om een stedelijk gebied met 25.000 inwoners te besturen. Enkel de burgemeester beschikt er over een kantoor. Door ruimtegebrek zijn de schepenen gedwongen om mensen te ontvangen in de lokalen van de verschillende diensten. Toen het gemeentebestuur het gebouw verliet, blijven de kantoren van de sociale diensten er gehuisvest tot 1958. Tegenwoordig wordt het huis gebruikt als parochie- en ontmoetingscentrum met de naam « Shalom Center ».
[Le Shalom center, 27 janvier 2017, Wkipedia.org | Shalom center, 27 januari 2017, Wikipedia.org]
C’est en 1908 que le bourgmestre J.B. De Cock organise un concours entre quarante-trois architectes, visant à construire une nouvelle maison communale. C’est le projet de Joseph Diongre, baptisé « Stilte », qui remporte les suffrages. Il est de type néo-renaissance flamande, tout comme l’hôtel communal de Schaebeek. Il ne verra jamais le jour car le projet est interrompu par la guerre. Un second projet sera proposé par Diongre en 1919. Au final, c’est un troisième plan, datant de 1935, qui est retenu. Entre-temps, Diongre remporte le concours relatif à la construction du bâtiment de l’INR, place Flagey.
Het is in 1908 dat de burgemeester J.B. De Cock een wedstrijd organiseert tussen drieënveertig architecten voor de bouw van een nieuw gemeentehuis. Het project van Joseph Diongre ‘Stilte’ genaamd, kwam als overwinnaar uit de stembus. Het is in « neo-Vlaamse renaissancestijl », net als het gemeentehuis van Schaarbeek. Zijn project zal nooit het daglicht zien, omdat het wordt onderbroken door de oorlog. Een tweede project wordt door Diongre voorgesteld in 1919. Uiteindelijk wordt gekozen voor een derde project uit 1935. Ondertussen won Diongre de wedstrijd voor de bouw van het NIR-gebouw op het Flageyplein.
[Joseph Diongre, Ebru.be ]
[Ancien Institut national de Radiodiffusion, 19 août 2013, Wikipédia.org | Vroegere Nationaal Instituut voor Radio-omroep, 19 augustus 2013, Wikipedia.org]
La première pierre est posée le 7 novembre 1937. Elle renferme un parchemin qui commémore l’événement. La nouvelle maison communale est active à partir de 1939. Il s’agit d’une construction de coin en briques jaunes de Boom, composée de deux ailes. L’accès se fait par un escalier monumental à double volée. Ce dernier a été démoli pour faire place à la station de métro Tomberg dans les années 70. On peut également noter la présence d’une coupole en béton translucide qui offre un éclairage par le haut, ainsi que d’une tour de trente mètres de haut dotée d’une horloge, qui rappelle les anciens beffrois. L’ensemble est dépouillé, monumental et solennel. Diongre avait prévu d’équiper le bâtiment d’un mobilier art-déco, mais les budgets alloués n’ont pas permis de rencontrer ce souhait.
De eerste steen wordt gelegd op 7 november 1937. Deze laatste bevat een document ter herdenking van de gebeurtenis. Het nieuwe gemeentehuis wordt in 1939 in gebruik genomen. Het is een hoekconstructie in gele bakstenen van Boom, bestaande uit twee vleugels. Het is bereikbaar via een monumentale dubbele trap. Deze trap werd in de jaren zeventig gesloopt om plaats te maken voor het metrostation Tomberg. We merken ook de doorschijnende betonnen koepel op die voor verlichting van bovenaf zorgt en van een 30 meter hoge toren met een klok die doet denken aan de oude klokkentorens. Het geheel oogt sober, monumentaal en plechtig. Diongre was van plan om het gebouw uit te rusten met art deco-meubilair, maar met de toegewezen budgetten kon niet aan die wens worden voldaan.
[L’escalier monumental avant les travaux réalisés pour l’installation du métro | De monumentale trap voor de bouw van de metro
ROGGEMANS M.-L. (Dir) WILLE M., JURION de WAHA, La mémoire des pierres : Découvrez les Hôtels de Ville et les Maisons communales à Bruxelles, Fondation Roi Baudouin, Bruxelles, 1988, p.134]
[La coupole | De koepel
ROGGEMANS M.-L. (Dir) WILLE M., JURION de WAHA, La mémoire des pierres : Découvrez les Hôtels de Ville et les Maisons communales à Bruxelles, Fondation Roi Baudouin, Bruxelles, 1988, p.137]
Sur la façade extérieure, au niveau de la terrasse attenante au bureau du bourgmestre, on peut observer un bas-relief de Joseph-Gérard Van Goolen représentant le blason de la commune : Saint-Lambert écrasant un guerrier. Il est accompagné des armes des derniers seigneurs de Woluwe : les Hinnisdael. On notera également l’existence d’un abri anti-gaz dans les caves, d’une capacité de trois cents personnes. Cela s’explique par le fait que le bâtiment a été construit pendant l’entre-deux guerres.
Op de buitengevel, ter hoogte van het terras dat grenst aan het kantoor van de burgemeester, bevindt zich een bas-reliëf van Joseph-Gérard Van Goolen dat het wapenschild van de gemeente voorstelt: Sint-Lambertus die een krijger vertrapt. Hij wordt begeleid door de wapenschilden van de laatste heren van Woluwe: de Hinnisdael. Tot slot bevindt zich een schuilkelder in de kelders met een capaciteit voor 300 personen. Dit is te wijten aan het feit dat het gebouw werd gebouwd tijdens het interbellum.
[Armoiries communales, bas-relief de Joseph-Gérard Van Goolen | Gemeentelijk wapenschild, bas-reliëf van Joseph-Gérard Van Goolen
DELAUNOIS J.-M. Woluwe-Saint-Lambert, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-Editions, Bruxelles, 2001, p.22]
Le bâtiment, classé en 1995 et restauré en 2009, ne laissera pas les habitants et les architectes indifférents. Pour certains, il s’agit d’une «monstruosité». Pour d’autres, «d’un bel exemple d’architecture rationnelle et fonctionnelle». C’est en tout état de cause «le reflet du style art-déco» et «un symbole de l’architecture civile de l’entre-deux-guerres». Il est cité par les architectes et visité comme tel aujourd’hui. L’hôtel communal a ensuite fait à nouveau l’objet d’une importante restauration, entre 2013 et 2016. Les travaux ont débuté par l’enveloppe extérieure : nettoyage et réparation du parement de la façade ; remplacement des châssis ; reconstitution des garde-corps des balcons en maçonnerie suite à leur remplacement par d’autres en aluminium ; rénovation de l’horloge ; isolation.
Het gebouw, geklasseerd in 1995 en gerestaureerd in 2009 laat bewoners en architecten niet onberoerd. Voor sommigen ziet het er “monsterlijk” uit, voor anderen is het « een mooi voorbeeld van rationele en functionele architectuur ». Het is in ieder geval « de weerspiegeling van de art-deco stijl » en « een symbool van de burgerlijke architectuur van het interbellum”. Het wordt geciteerd door architecten en vandaag als zodanig bezocht ». Tussen 2013 en 2016 werd het gemeentehuis grondig gerestaureerd. De werkzaamheden startten met de buitenkant: reinigen en repareren van de gevel; vervangen van de ramen; reconstructie van de relingen van de gemetselde balkons nadat ze door aluminium relingen waren vervangen; renovatie van de klok; isolatie.
À l’intérieur, les modifications apportées au fil du temps ont été gommées pour rendre au lieu son aspect d’origine : suppression de cloisons, restauration des boiseries et des ferronneries, retour aux couleurs d’origine. L’idée maitresse était de redonner au bâtiment sa simplicité et son dépouillement d’origine tout en y intégrant les techniques actuelles afin de répondre aux besoin d’une population qui a presque doublé en 75 ans. D’autres projets de rénovation-restauration, comme la restauration de la mosaïque, existent encore, visant à assurer la meilleure conservation possible du bâtiment et à lui permettre de remplir sa fonction administrative.
Binnenin werden de wijzigingen die in de loop der tijd waren aangebracht, uitgewist om de site zijn oorspronkelijke uitstraling terug te geven: verwijdering van de scheidingswanden, restauratie van het hout- en ijzerwerk, terugkeer naar de oorspronkelijke kleuren. Het hoofdidee is om het gebouw in zijn oorspronkelijke eenvoud en structuur te herstellen en tegelijkertijd de hedendaagse technieken te integreren om tegemoet te komen aan de behoeften van een bevolking die in 75 jaar bijna verdubbeld is. Andere renovatie-restauratieprojecten, zoals de restauratie van het mozaïek, zijn nog steeds lopende, met als doel het in 1995 geklasseerde gebouw zo goed mogelijk te behouden voor het vervullen van zijn administratieve functie.
[La maison communale après restauration | Het gemeentehuis na de renovatie
Bruxelles Patrimoines, Dossier « Les hôtels communaux », n°-16, Bruxelles développement urbain, avril 2016 p. 86]
Bibliographie
ROGGEMANS M.-L. (Dir.), WILLE M., JURION de WAHA, La mémoire des pierres : Découvrez les Hôtels de Ville et les Maisons communales à Bruxelles, Fondation Roi Baudouin, Bruxelles, 1988
Bruxelles Patrimoines, Dossier « Les hôtels communaux », n°-16, Bruxelles développement urbain, avril 2016
DELAUNOIS J.-M. Woluwe-Saint-Lambert, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-Editions, Bruxelles, 2001
VILLEIRS M., FRANKIGNOUL D (D.R.), Histoire de Woluwe-Saint-Lambert, Musée communal de Woluwe-Saint-Lambert, Bruxelles, 1991
« La rénovation de notre hôtel communal », Wolu-Info, Administration communale de Woluwe-Saint-Lambert, décembre 2014