La jonction Nord-Midi, trouve ses origines dans la situation en impasse des gares du Midi (Ancienne station des Bogards) et du Nord qui excluent la possibilité d’un trafic croissant. Les voyageurs qui doivent se rendre de la gare du Midi à la gare du Nord et vice-versa, se voient obligés de quitter leur train d’origine et de poursuivre leur trajet en taxi ou par tram à traction chevaline. L’ingénieur Frédéric Bruneel va établir un projet de liaison ferroviaire en grande partie souterraine dont l’exécution sera décrétée en 1903.
De Noord-Zuidverbinding is gegroeid uit de patstelling rond het Zuidstation (het voormalige Bogaardenstation) en het Noordstation waarbij uitbreiding van het spoorverkeer niet mogelijk was. Reizigers die van het Zuid- naar het Noorstation en omgekeerd wilden, moesten uit de trein stappen en het traject met de taxi of de paardentram overbruggen. Ingenieur Frédéric Bruneel tekent daarop een voornamelijk ondergrondse spoorverbinding uit. In 1903 krijgt het project met een decreet groen licht.
[1865 : Station des Bogards – Louis Ghemar, in Photographie et Mutations Urbaines à Bruxelles 1850-1880, © CIDEP 2008 | 1865 : Bogaardenstation – Louis Ghemar, in Photographie et Mutations Urbaines à Bruxelles 1850-1880, © CIDEP 2008]
[Ancienne gare du midi, collection privée | Voormalige Zuidstation, privécollectie]
Une première ébauche du projet est amorcée en 1911 mais se trouve interrompue par le déclenchement de la guerre en août 1914. En 1931, l’idée d’abandonner définitivement le projet se profile mais avec la création de l’O.N.J. (Office National pour l’Achèvement de la Jonction Nord-Midi) en 1935, les chantiers redémarrent de plus belle en dépit de la mobilisation des opposants. Le Sénateur Waucquez, échevin de Bruxelles et Vice-président du Conseil d’Administration de l’O.N.J., en est l’un des promoteurs. On peut citer également M. Castiau, ancien Secrétaire Général du Ministère des Communications et Administrateur-délégué de l’O.N.J. et Eudore Franchimont, ingénieur des Chemins de fer à l’origine d’un procédé technique pour l’ouverture de tranchées sans mettre en péril les monuments voisins de tunnel. Ironie de l’histoire, ces trois personnalités, décédées dans l’intervalle, n’assisteront pas à l’accomplissement de leur œuvre et des mémoriaux à leur effigie seront scellés dans la gare Centrale.
In 1911 wordt een eerste aanzet gegeven, maar met het uitbreken van de oorlog in augustus 1914 worden de werken stilgelegd. In 1931 krijgt de idee om het project definitief te begraven alsmaar meer bijval, maar met de oprichting van het « Nationaal Bureau voor de Voltooiing der Noord-Zuid Verbinding » in 1935 wordt, ondanks de felle kritiek van de tegenstanders, de hand opnieuw aan de spade geslagen. Senator Waucquez, Schepen van Brussel en Vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van het Nationaal Bureau is hier een van de gangmakers bij. Voorts zijn ook de heren (Castiau, voormalig Algemeen Secretaris van het Ministere van Communicatie en Afgevaardigd Bestuurder van het Nationaal Bureau voor de Voltooiing der Noord-Zuid Verbinding en Eudore Franchimont, ingenieur bij de spoorwegen en auteur van het technische procedé voor het trekken van sleuven zonder de monumenten in de buurt van de tunnel in gevaar te brengen, het vermelden waard. Ironisch genoeg overleeft geen enkele van deze protagonisten de voltooiing van dit werk. Ter hun nagedachtenis werd een gedenkplaat aangebracht in Brussel Centraal.
[Documentation, dossier 70, Inventaire des archives de la Jonction Nord-Midi | Documentatie, dossier 70, Inventaris van de archieven van de Noord-Zuid Verbinding]
La guerre de 1940-1945 ralentit à nouveau les travaux qui reprennent au sortir du second conflit mondial. Le 4 octobre 1952, le roi Baudouin inaugure la jonction Nord-Midi. Les travaux s’achèvent définitivement en 1954.
De Tweede Wereldoorlog gooit opnieuw roet in het eten. De werken worden opnieuw stilgelegd, maar meteen na het conflict hervat. Op 4 oktober 1952 opent Koning Boudewijn eindelijk officieel de Noord-Zuid Verbinding. De werken worden in 1954 definitief voltooid.
[Inauguration de la Jonction Nord-Midi, dossier 70, Inventaire des archives de la Jonction Nord-Midi | Inhuldiging van de Noord-Zuid Verbinding op 4 oktober 1952, dossier 70, Inventaris van de archieven van de Noord-Zuid Verbinding]
La réalisation de la Jonction a causé des démolitions et des disparitions de rues et d’îlots bâtis mais l’immersion des trams en souterrain aux abords des gares a permis de désembouteiller la voirie et de faciliter la circulation accrue des véhicules.
Met de aanleg van de Verbinding verdwenen heel wat straten en huizenblokken, maar dankzij) de tramtunnels aan en rond de stations werd het bovengronds heel wat minder druk en was er meer ruimte voor het autoverkeer.
[Coupures de presse, dossier 69, Inventaire des archives de la Jonction Nord-Midi | Persuittreksels, dossier 69, Inventaris van de archieven van de Noord-Zuid Verbinding]
Les Archives de l’Administration communale conservent une partie de l’histoire de la Jonction Nord-Midi. Le fonds est désormais ouvert à la recherche et peut être consulté sur rendez-vous.
In de archieven van het gemeentebestuur vind je een deel van de geschiedenis van de Noord-Zuid Verbinding. Het archiefmateriaal is intussen geïnventariseerd en ontsloten en kan na afspraak worden geraadpleegd.
Référence : Inventaire 16 des Travaux Publics, Jonction Nord-Midi.
Referentie: Inventaris 16 van Openbare Werken, Noord-Zuidverbinding.
© Archives communales de Saint-Gilles | Gemeentelijke archieven van Sint-Gillis
A lire : Michelangelo van Meerten, Greta Verbeurgt, Bart van der Herten, « Un tunnel sous Bruxelles. Les 50 ans de la jonction Nord – Midi », 2002, Editions Racine (édition originale en néerlandais, chez Lannoo).