Parken en tuinen

Het Parmentier park

Het Parmentierpark is een overblijfsel van een privépark van twaalf hectare en maakt deel uit van een homogeen geheel dat koning Leopold II voor ogen had.  Van het Engelse type, wordt het vervolledigd door het Woluwepark, de Mellaertsvijvers en het Bovenbergdomein.

Het park werd aangelegd op een restant van de vroegere moerassen van de Woluwe en bestaat uit twee duidelijk onderscheiden zones : een hoger gelegen gedeelte met een rondweg die veel zon krijgt, een panoramisch uitzicht op de Mellaertsvijvers en een lager gelegen gedeelte met een meer intieme sfeer en meer schaduw, waar ook de vijvers gelegen zijn.

Toen bedrijfsleider Edmond Parmentier in 1895 de opdracht kreeg om de Tervurenlaan aan te leggen, werd hij eigenaar van een eigendom langs de grote toegangsweg, en van de berm op de hoek van de straat die nu zijn naam draagt. Die eigendom lag vlakbij het geplande Woluwepark en daarom besliste hij het terrein en de aangrenzende berm als park aan te leggen, zodat het er een stedenbouwkundig geheel mee vormde. Hij vertrouwde het ontwerp toe aan landschapsarchitect Emile Lainé, die ook aan de tekentafel zat voor het Woluwepark en de Mellaertsvijvers.

Oorspronkelijk was dit een moerassige zone met een aantal vijvers.  Met de grond die vrijkwam bij de aanleg van de Tervurenlaan, werd dit vochtige terrein gedeeltelijk opgehoogd. Er bleven – net zoals in de aangrenzende parken – twee vijvers, die water kregen van een kleine zijrivier van de Woluwe. De ondernemer torende met zijn eigendom uit boven de twee belangrijke verkeersaders die hij zelf aanlegde: de Tervurenlaan en de Vorstlaan.

In het centrum van de eigendom is de grote villa van de aannemer de meest opmerkelijke constructie op het landgoed. Dit gebouw, dat in 1901 werd opgericht, wordt “Noors chalet” genoemd omdat het volledig is gemaakt van hout volgens uit Noorwegen ingevoerde bouwtechnieken. De aanpalende broeikassen doen op eenvoudigere en kleinere schaal denken aan die van het Koninklijk Paleis van Laken. Het stond vanaf 1985 leeg en geraakte in verval. In juli 2000 werd het door een brand verwoest.

[Noors chalet en broeikassen, eigendom van Edmond Parmentier, postkaart, Gemeentearchieven van Sint-Pieters-Woluwe]

Edmond Parmentier stierf in 1910, hij was amper 52 jaar oud. Vijf jaar later werd het domein op initiatief van gravin Jean de Mérode omgevormd tot een centrum voor revalidatie en professionele resocialisatie van oorlogsinvaliden van de Eerste Wereldoorlog.

Dit instituut, gesubsidieerd door het Ministerie van Oorlog, bestaat uit houten paviljoenen voor 250 invaliden en verschillende ateliers voor het leren van verschillende beroepen, namelijk: kleermaker, schoenmaker, monteur, beeldhouwer, mandenmaker, tekenaar, horlogemaker, typist, …

[Cursussen in het professionele inschakelingscentrum, Gemeentearchieven van Sint-Pieters-Woluwe]

[Paviljoen van het revalidatiecentrum voor verminkte soldaten, Gemeentearchieven van Sint-Pieters-Woluwe]

 

Aanvankelijk werd de oprichting van dit instituut slechts als voorlopig beschouwd en zou het verdwijnen zodra de oorlog was afgelopen, maar het aantal invaliden dat de cursussen volgden nam voortdurend toe. Zo waren er in 1921 283 van hen.

In 1919 nam het Militair Hospitaal van Woluwe zijn intrek in het domein van de Parmentier, dat door de Belgische Staat werd aangekocht van de weduwe Parmentier. De door de gravin van Mérode gestichte revalidatiewerkzaamheden werden voortgezet en zodanig geïntensiveerd dat er een groot aantal extra paviljoens moest worden gebouwd, meestal van hout, wat waarschijnlijk de omvang van de brand verklaart die het einde van het hospitaal in 1925 betekende.

[Militair hospitaal van Sint-Pieters-Woluwe, Gemeentearchieven van Sint-Pieters-Woluwe]

 

Abbé Froidure kreeg in 1933 de toelating om het park en de niet-vernielde gebouwen te gebruiken.  Hij creëerde er ‘openluchtspeeltuinen’ voor de kinderen uit de minder kansarme Brusselse wijken, de eerste speeltuinen in Brussel.

[Abbé Froidure op de openluchtspeeltuinen, Archieven van de VZW Abbé Froidure]

[Tram voor de openluchtspeeltuinen, Archieven van de VZW Abbé Froidure]

 

In 1933 bezocht Prinses Astrid, toen hertogin van Brabant, de eerste grote fancy-fair van de openluchtspeeltuin en verleende deze haar hoge peterschap op 5 oktober 1934. In 1937 kregen de openluchtspeeltuin en de kinderen bezoek van de jonge prins Boudewijn en zijn zusje prinses Josephine-Charlotte.

[Het bezoek van de koninklijke vorsten aan de openluchtspeeltuin van het Parmentierpark in 1937 – Archief van de VZW Abbé Froidure]

 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de speeltuin actief en konden 1.400 kinderen er voedsel, comfort en zorg blijven vinden. Er wordt een huurcontract getekend met de Belgische Staat. De werken van Abbé Froidure, die op 10 september 1971 op tragische wijze is overleden, zetten hun actie voort ten behoeve van kansarme kinderen in fysieke en morele moeilijkheden.

Het park is sinds 17.12.1981 beschermd als landschap. Het bewaart nog steeds de overblijfselen van de verschillende periodes van zijn geschiedenis. Enkele van de realisaties van de aannemer Parmentier blijven hier en daar bewaard: een verrassende overdekte kaatsbaan uit 1909 in neogotische stijl, omgebouwd tot kapel tijdens de Eerste Wereldoorlog, voormalige stallen, een voormalige bediendenwoning uit 1906 in Engelse cottagestijl, verschillende opmerkelijke plantages, waaronder twee reusachtige sequoia’s met stammen van meer dan vier meter in omtrek, een steegje omzoomd door paarse beuken, twee lindebomen en een rode eik met een omtrek van bijna 3 meter. Het onderste deel van het terrein, dat is aangelegd als openbaar park, omvat twee grote vijvers die met elkaar verbonden zijn door een mooie waterval van valse rotsen, overspannen door een rustieke rotsbrug.

[Overdekte kaatsbaan van 1909 in neogotische stijl, foto: Inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Gewestelijke Overheidsdienst van Brussel]

[Voormalige bediendenwoning, Gemeentearchieven van Sint-Pieters-Woluwe]

 

Bronnen:

  • Inventaris van het bouwkundig erfgoed [online beschikbaar]
  • LACROIX (G.), Sint-Pieters-Woluwe, Een rijk verleden, Brussel (Lanoo), 2015.
  • Leefmilieu.brussels
  • Geschiedenis van het Parmentierpark van Sint-Pieters-Woluwe, studentenwerk
  • Wiluwa [Geschied- en Heemkundige Kring van Woluwe], driemaandelijks tijdschrift, september 1996, nr.53

 

© Gemeentearchieven van Sint-Pieters-Woluwe – Alle rechten voorbehouden

Laisser un commentaire