Het verhaal van het ziekenhuis van Sint-Gillis begint in 1869, met de oprichting van de Commission des Hospices civils.[1] Datzelfde jaar schonk Jean-Baptiste Jourdan, voorzitter van deze commissie, en tegelijk arts, filantroop en schepen, 20.000 frank aan de gemeente voor de aankoop van een terrein in de Windmolenstraat (huidige Albaniëstraat) om er het hôpital-hospice de Saint-Gilles te bouwen.
Het was echter nog wachten tot oktober 1883, voordat het project van start ging. Aangezien de stad Brussel net een verbod had uitgevaardigd om patiënten met besmettelijke ziekten uit de voorsteden niet langer tot haar ziekenhuizen toe te laten, moesten de gemeentelijke overheden snel met een antwoord komen. Daarom werd in 1884 in de kasteelhoeve van Bethlehem met spoed een tijdelijk ziekenhuis ingericht, dat tien jaar operationeel zou blijven.
Omdat het terrein in de Windmolenstraat niet langer geschikt was, liet de gemeente in 1885 haar oog vallen op een perceel tussen de Ducpetiaux-, de Kromme- (huidige Arthur Diderichstraat) en de Tirolstraat (huidige Antoine Bréartstraat). Aanvankelijk werd er een bejaardentehuis gebouwd, het zogenaamde Hospice Jourdan, dat in 1891 werd ingehuldigd.[2] Door het nieuwe ontwikkelingsplan voor de gevangeniswijk was het echter onmogelijk om naast het Hospice Jourdan nog een ziekenhuis te bouwen. In 1896 werd uiteindelijk gekozen voor een stuk grond in Vorst, vlakbij de Alsembergsesteenweg. Het gaat om een van de “hoogst gelegen en meest heilzame plaatsen in de omgeving van de hoofdstad”, merkte Fernand Bernier in 1904 op in zijn Monographie de la commune de Saint-Gilles-lez-Bruxelles.
[Uittreksel uit BERNIER Fernand, Monographie de la commune du Saint-Gilles-lez-Bruxelles, Brussel, Weissenbruch, 1904, p. 211-212.]
De keuze voor een terrein buiten de gemeente mag misschien vreemd klinken, een en ander moet echter in zijn tijdgeest worden gezien. Aan het einde van de 19de eeuw was Sint-Gillis een van de kleinste gemeenten van alle Brusselse voorsteden, die haast volledig was volgebouwd en waar geen terreinen meer beschikbaar waren om er een ziekenhuiscomplex te bouwen. Zo bezit de gemeente wel meer eigendommen buiten haar grenzen. Denken we bijvoorbeeld aan de begraafplaats van Sint-Gillis (Ukkel), het stadion van Union Saint-Gilloise (Vorst), het sportcomplex Barca (Anderlecht) en de openluchtschool La Roseraie (Ukkel).
De architect die belast was met het ontwerp van de plannen van het ziekenhuis was Constantin Delplace. Hij ontwierp dus een ziekenhuis van het “paviljoentype”, waarbij patiënten werden geïsoleerd in functie van hun aandoening, om kruisbesmetting te voorkomen. De werkzaamheden begonnen in 1908 en het ziekenhuis werd op 15 juli 1911 ingehuldigd, in aanwezigheid van verscheidene politici, onder wie de minister van Justitie en toekomstig eerste minister, Henry Carton de Wiart.
[Ansichtkaart van het ziekenhuis van Sint-Gillis, privé-verzameling.]
[Ansichtkaart van het ziekenhuis van Sint-Gillis, collectie van de gemeente Sint-Gillis.]
[Voormalig toegangspaviljoen, foto 2022.]
Met 150 bedden verdeeld over twaalf paviljoenen op een terrein van drie hectare groot, voldeed het nieuwe ziekenhuis aan de strengste vereisten inzake gezondheidszorg. Architect Delplace had er niet alleen aan gedacht de patiënten de modernste zorg te verstrekken, hij had ook oog voor het welzijn van de patiënten. Zo waren de paviljoenen gescheiden door “kleine, fraaie tuintjes die wat vrolijkheid in de zielen van de patiënten zullen brengen. Kosten noch moeite werden gespaard om niet alleen de fysieke pijn te verlichten, maar de zieken ook de zo kostbare morele steun te verlenen”.[3]
[Voormalig burgerlijk ziekenhuis van Sint-Gillis, algemeen plan van de site met oorspronkelijke paviljoenen, Gemeentearchief Vorst, Stedenbow 4642 (1908).]
Onderstaand uittreksel van de nota van het ziekenhuis Molière Longchamp uit de Brusselse inventaris van het bouwkundig erfgoed, leert ons iets over de indeling van de site:
Binnen het huizenblok, rechts van het toegangspaviljoen, ontwikkelde zich een reeks van acht andere paviljoengebouwen van één bouwlaag, per twee en evenwijdig aan de Marconistraat. Ze werden onderling verbonden door beglaasde galerijen en gaven uit op tuinen. Deze acht paviljoenen, waarin telkens 19 bedden moesten komen, werden in twee grote kwartieren gegroepeerd, een voor mannen en een voor vrouwen. Afgezonderd van de rest van de site, aan de Dierenriemstraat, waren twee extra paviljoenen (voor elk 12 bedden) bestemd voor patiënten met besmettelijke ziekten. Aan de rand van de site, aan de Marconistraat, lagen de gebouwen voor de keukens en de refter (gesloopt) en voor de stookruimte en de wasserij.[5]
[Sint-Gillis ziekenhuis. Verz. Cercle d’histoire van Sint-Gillis.]
In de loop der jaren is het ziekenhuiscomplex gemoderniseerd en uitgebreid om patiënten de modernste zorg te kunnen bieden. Geleidelijk aan verdwenen de meeste paviljoenen om plaats te maken voor gebouwen met meerdere verdiepingen. Van het oorspronkelijke gebouw zijn enkel nog het ingangspaviljoen, het paviljoen voor de consultaties, de twee paviljoens voor besmettelijke ziekten en het paviljoen voor de was- en stookruimte overgebleven.
[Luchtfoto’s van de ziekenhuissite in 1935 (links) en vandaag (rechts). 1 – inkompaviljoen, 2 – consultatiepaviljoen, 3 – paviljoen voor besmettelijke ziekten , 4 – paviljoen voor de was- en stookruimte. © Urban Brussels en CIBG]
[Voormalig paviljoen voor de was- en stookruimte. Foto 2022.]
[Voormalig voor besmettelijke ziekten. Foto 2022.]
Op het einde van de vorige eeuw wordt de naam “Sint-Gillis” van het ziekenhuis vervangen door “Molière Longchamp”, dat op zijn beurt in 1999 zou samengaan met de ziekenhuizen Baron Lambert (Etterbeek), Elsene en Joseph Bracops (Anderlecht). Uit deze fusie ontstonden uiteindelijk de Iris Ziekenhuizen Zuid, zoals we die nu kennen.
Referenties:
[1] Zitting van de gemeenteraad van 3 augustus 1869.
[2] Het bejaardentehuis werd in de jaren 1950 afgebroken voor de bouw van de residentie Les Tilleuls, een RVT dat nog steeds in gebruik is.
[3] “Le nouvel hôpital de Saint-Gilles”, in Le Petit bleu du matin, 16 juli 1911, p. 2.
[5] https://monument.heritage.brussels/nl/buildings/36820
© Gemeentearchieven van Sint-Gillis