Geen zinnig mens die zich aan het thema sport in Sint-Gillis waagt en daarbij de voetbalclub links laat liggen.
Na Anderlecht en Brugge is Union Sint-Gillis ‘s lands derde grootste grossier in titels; daarmee geeft ze zelfs Standard het nakijken. 11 maal werd Union uitgeroepen tot landskampioen en de club sleepte twee Belgische Bekers in de wacht (1913 en 1914).
Ketjes uit de buurt van het Zuidplein van Sint-Gillis hielden op 1 november 1897 de club boven de doopvont. Niet een van hen was toen al twintig. “Hun allereerste, oneigenlijke, speelveld was het Zuidplein waar vandaag het Stadhuis van Sint-Gillis staat. Armoe troef vat de beginjaren nog het best samen. Het ontbrak de club aan middelen voor truitjes, ballen en materiaal; dat het toen eminente Racing Club Brussel de club een en ander toestopte, had tot gevolg dat de spelers in “zwart en wit” aantraden; die kleuren maakten in 1898 plaats voor het huidige “geel en blauw” (de kleuren van de gemeente). Het duurde geen tien jaar voor de voetbalploeg de meest gelauwerde van het land was. RUSG promoveerde in 1901 naar eerste klasse en kon zes jaar later al 4 kampioenstitels achter haar naam schrijven (1904, 1905, 1906, 1907). 1913 werd het jaar van de dubbelslag: Beker en Landstitel.
[Brief van 14 april 1901. Inventaris van de archieven van kringen en verenigingen, dossier n°285. Gemeente Sint-Gillis.]
[Brief van 17 juni 1913. Inventaris van de archieven van kringen en verenigingen, dossier n°285. Gemeente Sint-Gillis.]
[Elftal 1912-1913 winnaars van de kampioenschap en beker. Verzameling Union 1897 – Les Archives]
De viriele speelstijl van de Unionisten en een zweempje minachting bij de tegenstanders voor deze jonge supporters en spelers uit de Brusselse arbeidersklassen bezorgden hen de bijnaam “Les Apaches”.
In 1912 schreef Bobinus “Le chant des goals” (“C’est l’Union qui sourit”), het clublied. Dat galmt voor iedere wedstrijd door het stadion en wordt ook na afloop door de fans gezongen.
In de loop der jaren weet de club een trouwe aanhang uit Sint-Gillis, maar net zo goed uit de Marollen te vergaren. Alles wat in Brussel ten westen van het Kanaal ligt, is unionist; ten oosten wordt gedweept met Daring Molenbeek. Tussen beide oevers heerst een immense rivaliteit, doorspekt met de nodige “Zwans”, waar zelfs een theaterstuk over werd geschreven: “Bossemans en Coppenolle”.
Om haar supporters te kunnen ontvangen wil de club een alternatief voor het te krappe terrein aan de Vorststraat. De keuze valt op een 2,5 ha groot stuk grond langs de Brusselse steenweg, in de schaduw van het Dudenpark van Vorst. Het plan wordt in 1914 ingediend bij de Koninklijke Schenking. De werken starten in 1915 onder voorzitter Joseph Marien en worden in 1919 voltooid. Sluitstuk wordt een galamatch tegen AC Milan. Het stadion krijgt in 1926 naast een grondige opknapbeurt ook een gloednieuwe tribune waarvan de gevel is beschermd. Tussen 2016-2018 wordt het stadion opnieuw onder handen genomen om te voldoen aan de normen van de pro-League. Twee seizoenen lang moet Union zich terugtrekken op de Heizel. Ondanks de werkzaamheden lijkt een verhuizing naar een modern stadion onvermijdelijk.
[Inventaris van de archieven van recepties en plechtigheden, dossier n°66, 1919. Gemeente Sint-Gillis.]
[Inventaris van de archieven van recepties en plechtigheden, dossier n°66, 1919. Gemeente Sint-Gillis.]
[Inhuldiging van het Joseph Marien stadion, in Notre pays : revue panoramique belge, no. 8, 5 oktober 1919]
[Facade Joseph Marien stadion, 1926. Verzameling Union 1897 – Les Archives]
In de jaren ‘30 van de vorige eeuw schrijft de club Belgische voetbalgeschiedenis met de befaamde “Union 60”, een historische opeenvolging van 60 ongeslagen wedstrijden tussen 1933 en 1935. Dat record staat ook vandaag nog overeind.
[Uitzicht van het stadion in februari 1936 Union-Standard. Verzameling Union 1897 – Les Archives]
[Elftal Union 60, gekleurd. Verzameling Union 1897 – Les Archives]
Na de Tweede Wereldoorlog lijkt de fut bij Union eruit; voor het eerst in haar geschiedenis zakt de club aan het einde van het seizoen 1948-1949 naar 2de klasse waar ze tot 1951 zou blijven. Maar ook in de jaren ‘50 beleefden de supporters schitterende avonturen met 17 Europese bekerwedstrijden tegen teams als Juventus, Roma of, nog, Olympique Marseille. In 1959 schopte Union het als eerste Belgische team ooit tot de halve finale van een Europabeker (Birmingham City bleek toen een maatje te groot). Tijdens de jaren 1960 jojode USG tussen 1ste en, zelfs tweemaal, 2de klasse om uiteindelijk in 1973 te worden gedegradeerd. Als familiale club geraakt ze niet over de drempel van het professionalisme.
[Brief van 19 maart 1946. Inventaris van de archieven van kringen en verenigingen, dossier n°286. Gemeente Sint-Gillis.]
[Paul Vandenbergh, Union legende. Verzameling Union 1897 – Les Archives]
Voor Union breekt de donkerste periode aan: de club gaat in 1976 over de kop, degradeert in 1980 naar 3de klasse en het jaar nadien naar bevordering. Twee jaar later stijgt ze weer. De daaropvolgende jaren blijft het sukkelen tussen 3de en 2de klasse.
Met de komst van de Duitse investeerder, Jürgen Baatsch, klimt Union in 2014 weer tot de 2de klasse en weet zich ondanks een krap budget in de nieuwe competitie met 8 ploegen staande te houden.
Beterschap komt er pas na de overname van de club door Tony Bloom, de Engelse eigenaar van Brighton and Hove Albion. De club stelt haar sportieve ambities naar boven bij. Hoewel haar eerste stoute staaltje een klinkende overwinning (0-3) was tegen buur Sporting Anderlecht in de 2018-2019 editie van de Beker van België, en ze daarna, na een overwinning op KRC Genk, een plaats veroverde in de halve finale van diezelfde beker, moet Union nog tot 2021 geduld oefenen voor een historische remonte naar 1A. Seizoen waarin de club domineerde in het kampioenschap.
Ook na promotie bleef Union verder gaan op haar elan en schreef ze nogmaals geschiedenis. Als nieuwkomer in de rangen werden de Unionisten eerst en vooral herfstkampioen voordat ze met 77 punten helemaal bovenaan de reguliere competitie zouden eindigen. Tijdens de play-offs moest het team de duimen leggen voor FC Brugge dat met dit soort competitie iets meer vertrouwd was. De Unionisten die tweede eindigden, hadden meteen een kwalificatie op zak voor de Champions League play-offs!
Het gebrek aan ervaring op dit niveau zou de club betalen met een uitschakeling tegen de Glasgow Rangers ondanks een 2-0 overwinning in de heenronde. De club werkt haar seizoen verder af in de Europa League.
Dit jaar viert ze haar 125 jarig bestaan en de toekomst lacht haar weer toe. Grote clubs gaan niet ten onder.
[Clubteken op de glas in lood in de hall, Joseph Marien stadion.]
Links :
https://fr-fr.facebook.com/Union1897
© Gemeente Sint-Gillis