Speciale uitgaven

Albert Eylenbosch: een man met een sociaal hart en zijn OCMW

Er zijn nobele zielen in deze wereld, die trachten het goede te vermenigvuldigen, die trachten anderen aan te moedigen, te troosten, te ondersteunen, te versterken en op te bouwen.”  Henri-Frédéric Amiel.

[Albert Eylenbosch – Werk “L’envers du décor”, 2005, Forum Bruxellois de lutte contre la pauvreté]

 

Een sleutelfiguur op het gebied van sociaal beleid in Sint-Gillis, bijgenaamd Mr. OCMW, dankzij zijn opmerkelijk werk aan het hoofd van het OCMW van Sint-Gillis, voorzitter van de Federatie van Brusselse OCMW’s en leerling van burgemeester Jacques Franck. De carrière van Albert Eylenbosch was vol uitdagingen die hij volgens zijn naasten altijd is aangegaan en heel vaak heeft gewonnen. Hij omschreef zichzelf als een man die zich bezighield met sociale rechtvaardigheid voor de minstbedeelden en een autoritair karakter had.

Hij werd geboren op 26 mei 1929 in Sint-Genesius-Rode. Hij bracht een deel van zijn jeugd door in “le Vieux Rhode” met zijn ouders, verhuisde daarna naar Molenbeek (Jubellaan) en ging naar school in Sint-Gillis. Hij begon zijn carrière zeer vroeg aan het Atheneum en werd al snel een puur product van Sint-Gillis. Hij volgde een gemeentelijke opvoeding van buitengewone kwaliteit, met als basisprincipes het vrije onderzoek. Er was geen morele opvoeding, dus leerde hij deze principes van zijn leraren.

Na zijn licentie Economie aan de ULB en een korte periode van medische studies werd de jonge Albert gepassioneerd door boeken. Hij bracht graag tijd door in de werelden van Alexandre Dumas en Kipling. Hij leerde deze hobby van zijn vader en van zijn leraar Félicien Favresse, die zijn leesgidsen waren.

De reden waarom Albert Eylenbosch de sociale strijd tot zijn persoonlijke strijd maakte, een schaarse kwaliteit onder publieke en politieke personen, blijft tot nu toe onbekend. Niettemin blijkt uit getuigenissen dat hij tijdens zijn periode bij de Regie (elektriciteit en gas) de kans had om de behoeften van de bevolking grondig te leren kennen. Zijn taak bestond namelijk in de begeleiding van de omschakeling van huishoudens op aardgas.

 Deze taak gaf hem de gelegenheid om elk huis in de gemeente te bezoeken en de behoeften van de inwoners van Sint-Gillis te leren kennen.

Bovendien cultiveerde hij op autodidactische wijze een bijzondere smaak op het gebied van biologie en medische vooruitgang. Deze persoonlijke hobby was een voorbode van wat nog zou komen, namelijk zijn benoeming tot voorzitter van de Commissie voor Openbare Bijstand van Sint-Gillis in 1971. Eén van de grootste uitdagingen van burgemeester Jacques Franck was de wederopbouw van het Molière Ziekenhuis, dat in een erbarmelijke staat verkeerde.

Zijn hele carrière stond in het teken van de zorg voor mensen. Hij zette zich in voor de zwaksten, de meest benadeelden en vooral kinderen.  Vanaf februari 1977 wijst hij de heer Kuypers aan als architect voor de stapsgewijze reconstructie van het ziekenhuis Molière Longchamp. Dit project lag hem bijzonder na aan het hart en was een uitdaging waarvoor hij een aantal keren moest strijden.

[Burgemeester Jacques Vranckx bezoekt de kinderafdeling van het Molière Ziekenhuis, datum onbekend, Archief van het OCMW van Sint-Gillis]

 

De strijd die hij met kracht en waardigheid zou voeren ging over kindermisbruik in dit opzicht. Het was op zijn initiatief dat de voogdijschap over de kindermeisjes van de CAP werd georganiseerd. Hij was er echt van overtuigd dat het de kinderen waren die voor verandering zouden zorgen.

De analyse van de situatie van de kinderen bracht hem ertoe in 1978 een non-profit organisatie op te richten die nog steeds bestaat en nog steeds door de autoriteiten is goedgekeurd, namelijk het CEMO (Centre d’éducation en milieu ouvert).  Deze preventieve structuur biedt begeleiding aan jongeren die tot 18 jaar geïndividualiseerde sociaal-psychologische ondersteuning nodig hebben.

Zieken, kinderen, daklozen, enzovoort, er was geen enkele sociale strijd waarbij hij niet betrokken was. Na de oproep van Coluche tegen voedselverspilling in Frankrijk en Europa besloot Albert Eylenbosch in 1985 het eerste Belgische Resto du Cœur te openen.

Na een strenge winter in 1984-1985, en met een visie die zijn tijd ver vooruit was, richtte hij het “Forum Bruxellois de lutte contre la pauvreté” op om een ontmoetingsplaats en verschillende benaderingen te bieden voor hulp aan de armsten. In de loop der jaren heeft deze organisatie zich altijd ingezet om de sociale uitsluiting in het Brussels Gewest aan te pakken en oplossingen te vinden voor de problemen die verband houden met verarming.

Een man die nooit vergeten zal worden door degenen die dicht bij hem stonden, een uitzonderlijke en bijzonder gecultiveerde man voor anderen. Albert Eylenbosch heeft ongetwijfeld zijn stempel gedrukt op Sint-Gillis. Als kunstkenner wist hij alle aspecten van zijn leven te integreren en een voorzitter te zijn die geïnteresseerd was in alle gebieden van de bevolking van zijn geliefde gemeente. Samen met de toenmalige schepen van cultuur Alain Hutchinson richtte hij in 1988 de vzw Rencontres Saint-gillois op en organiseerden zij het eerste Parcours d’Artistes, om de kunstenaars van de gemeente onder de aandacht te brengen.

[Albert Eylenbosch en de Belgische schilder Serge Creuz bij de inhuldiging van het fresco in het Molière Ziekenhuis, 1991, Archief van het OCMW van Sint-Gillis]

 

Een voorzitter die de tram neemt om de gebruikers van zijn OCMW te ontmoeten was tot dan toe waarschijnlijk ongezien. Deze unieke man kende zijn publiek en kwam graag ter plaatse om concrete en duurzame oplossingen voor te stellen. Op basis van dit principe besloot Eylenbosch in 1989 de huisvestingsproblemen aan te pakken en richtte hij de vzw CBVV op (Centrum voor Begeleiding en Vorming voor Volwassenen). Een vzw die als steunpunt zal dienen en die zal overgaan van het beheer van de noodgevallen ten gevolge van de strenge winters van 1985 tot georganiseerde preventie, door hulp te bieden in alle sectoren die bij het CBVV betrokken zijn (Energie, schulden, werkgelegenheid, gezondheid, huisvesting).

[Prijs van het jaar in Brussel. VLAN,1992, Archief van het OCMW van Sint-Gillis]

 

Zoals Simone Veil zei in haar gedicht « Van jou zal overblijven » ; « wat je hebt gegeven, zal in anderen opbloeien ». Een terechte erkenning kwam in 1992 en 1995 van de lezers van de krant VLAN die hem verkozen tot Brusselaar van het jaar.

Held of martelaar, voor iemand met een zeer geëngageerde levensstijl is het zeker dat rustige periodes een zeldzaamheid zijn. Deze sociale strijder liet zien dat de enige gevechten die men verliest, de gevechten zijn die men niet strijdt. Na de bedreigingen aan het adres van het Resto du Cœur van Sint-Gillis, een centrum verbonden aan het OCMW, waarvan het huis werd verkocht, ging Albert Eylenbosch niet bij de pakken neerzitten en besloot hij het Koninklijk Paleis aan te schrijven, dat hem vereerde met een bezoek van Koning Boudewijn. Naar aanleiding hiervan bracht de Koning op 11 maart 1993 een bezoek aan Brussel om met eigen ogen de situatie van de daklozen en minderbedeelden in Brussel te zien.

[Bezoek van Koning Baudoin aan de OCMW van Sint-Gillis en het Resto du Coeur, 1993, Archief van het OCMW van Sint-Gillis]

 

Zijn OCMW, zijn ziekenhuis, zijn geliefde gemeente, de politieke autoriteiten zijn allemaal voorbijgaande zielen. U moet een opmerkelijk mens zijn om eeuwig te worden in een omgeving die dit laat zien. Het merk Eylenbosch zal blijven voortleven bij allen die hem gekend hebben. Het OCMW verleende hem in 1996 de titel van erevoorzitter en in 1999 bracht de gemeenteraad hem een plechtig eerbetoon voor zijn 25-jarig ambtsjubileum.

De nieuwsgierigheid van de media liet niet lang op zich wachten en zijn sociaal beleid werd een voorbeeld voor andere Belgische gemeenten. De grootste zwakte van altruïsten is dat ze zichzelf niet waarderen. Dit belette Eylenbosch niet om als eerste OCMW-voorzitter op de cover van het tijdschrift Trends te verschijnen, een financiële pers die een ongelovige Albert Eylenbosch ontmoette in het hart van de Belgische kust, zijn favoriete vakantiebestemming, om te praten over de inkomstencrisis van het OCMW in 1995.

[Cover van het tijdschrift Trends, 1995, Privécollectie J. Cornelis]

 

Albert Eylenbosch was een kwart eeuw voorzitter van het OCMW van Sint-Gillis (van 1971 tot 1995), tot hij met pensioen ging. Een actief leven op vele terreinen kan nooit zonder spijt eindigen. Eylenbosch was zeer gehecht aan zijn werk en zijn verschillende activiteiten. Aan het eind van zijn carrière erkende hij zijn grootste spijt : “Ik heb een beetje van mijn gezinsleven opgeofferd om te voldoen aan mijn beroepsleven.” Deze verzakingen zijn misschien noodzakelijk voor het algemeen belang.

 Het staat vast dat zijn stempel nog vele jaren zal blijven bestaan en dat de talloze initiatieven voor de meest achtergestelde bevolkingsgroepen tot op de dag van vandaag zullen blijven doorgaan.

Hij was dapper, een pionier en een humanist. Hij was een vernieuwer in moeilijke tijden, een visionair die de problemen van zijn tijd en onze tijd aanpakte. Hij gaf zijn erfenis door aan allen die zijn hulp ontvingen en aan degenen die samen met hem de wereld opnieuw vorm gaven. Albert Eylenbosch overleed op 20 april 2006 in het woon-zorgcentrum waar hij werkte en een deel van zijn carrière doorbracht, “Les Tilleuls”. Hij leed aan een trombose, wat leidde tot een lang verblijf in het Molière ziekenhuis, een kans die hij niet liet liggen om met een zekere ironie de volgende uitspraak te doen : “Ik kreeg de kans om mijn eigen ziekenhuis eens te proberen!”

Deze ziekte betekende het einde van zijn bestaan. Maar de wil om een stem te geven aan hen naar wie men niet luisterde, is nooit vervaagd. De toewijding die zo kenmerkend was voor zijn acties stelde hem in staat de beloning te oogsten van wat hij reeds had gezaaid. Dankzij de steun van zijn familie en collega’s bleef hij tot 2001 raadslid bij het OCMW van Sint-Gillis.

[Fresco als eerbetoon aan Albert Eylenbosch in het OCMW van Sint-Gillis]

 

Bronnen:

  • Artikel uit de krant VLAN van 4 juni 2003.
  • Artikel van het Centre de documentation et de coordination sociale (CBCS) van 1998.
  • Archief van het Koninklijk Paleis.
  • Gemeentearchief van Sint-Gillis.

© Archief van het OCMW van Sint-Gillis – Alle rechten voorbehouden

Laisser un commentaire