De Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS) is het Nederlandstalige theater van Brussel. Het is gehuisvest in een gebouw in Vlaamse neorenaissance in het noorden van de Vijfhoek, aan de Arduinkaai nummer 7. Voordat dit gebouw een culturele locatie werd, had het hele andere bestemmingen.
In het midden van de 18e eeuw voerde de Centrale Overheid in onze streken wetten in voor de opslag van goederen die de voorkeur gaven aan ‘algemene’ magazijnen ten opzichte van privémagazijnen. De verordening van Karel van Lotharingen van 1 maart 1755 voorzag in een stapelplaats in Brussel. De magistraat was echter verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van een gebouw of locatie voor het project. Hij huurde 2 jaar lang een gebouw met meerdere verdiepingen aan de Hooikaai om er deze eerste opslagplaats te vestigen. Pas in 1779 gaf de Raad van Financiën de architect Rémy Nivoy de opdracht om een gebouw op te trekken dat volledig was gewijd aan en ontworpen voor de opslag van goederen. De stad heeft nu haar eerste gemeentelijke opslagplaats.
[Het kiezen van de pakhuisplaats, brief van Gouverneur-generaal Karel van Lotharingen gericht aan de Magistraat, 9 december 1779, Historische Archieven, historiques (Liasse n°512), Archief van de Stad Brussel]
Het pakhuis werd tussen 1780 en 1781 gebouwd op de plek van de oude veemarkt, tussen de Lakensestraat en het Hooidok. Om te helpen bij het laden en lossen van schepen werd er in 1783 een kraan geïnstalleerd aan de voorkant van het gebouw. Allerlei goederen worden hier opgeslagen: specerijen, rijst, gedroogd fruit, indigo, zeep, lood, ivoor, maar vooral suiker, koffie, wijn en brandewijn.
[Voormalig arsenaal van Brussel, foto door Ed. Fierlants et Cie, [1860-1869], Iconografische verzameling (J-1337), Archief van de Stad Brussel]
[Locatie van het arsenaal en het nieuwe pakhuis, plan, 1853, Cartografisch verzameling (plan de Bruxelles n°89), Archief van de Stad Brussel]
Tijdens de Franse bezetting werden de grenzen en douaneregels gewijzigd. De stapelplaats werd afgeschaft en het gebouw werd gebruikt als magazijn voor proviand voor de troepen. Het Nederlandse regime herstelde de heffingen op goederen en de douanefunctie van het gebouw. Door grote veranderingen in de wijk en de bouw in 1843-1844 van een nieuw en groter pakhuis dat aan de nieuwe behoeften was aangepast, kwam het eerste pakhuis in 1846 leeg te staan. Het werd ter beschikking gesteld aan het Ministerie van Oorlog, dat er een militair arsenaal van maakte.
[Achtergevel van het theater met de voormalige arsenaalgevel, foto, [20ste eeuw], Iconografische verzameling (C-3207), Archief van de Stad Brussel]
[Hoofdgevel van het theater, plan, [1883-1887], Openbare Werken en Stedenbouw (PP-2272), Archief van de Stad Brussel]
In dezelfde periode werden verschillende pogingen ondernomen om een permanent Vlaams theatergezelschap op te richten in Brussel. Ze mislukten, totdat het stadsbestuur in 1883 architect Jean Baes de opdracht gaf om het voormalige arsenaal om te bouwen tot een theater, met als enige beperking dat de hoofdgevel aan de kant van het Stapelhuisdok behouden moest blijven. Het gebouw, geopend in 1887, maakt gebruik van moderne materialen, waaronder staal, en er werden nieuwe technieken aangewend, waaronder de installatie van een evacuatie- en brandpreventiesysteem. De Vlaamse Schouwburg kreeg zijn koninklijke titel van Leopold II in 1894. Het interieur werd in 1955 door een brand verwoest. Het werd opnieuw geopend in 1958 na de heropbouw op basis van plannen van architecten A.-J. Doncker en R.F. Michiels. De erfgoedwaarde van het gebouw zorgde ervoor dat het in 1993 op de monumentenlijst werd geplaatst.
[Oppositie tegen de locatiekeuze voor het Vlaams theater, petitie, 26 juni 1882, Openbare onderwijs (IP II 2980), Archief van de Stad Brussel]
[Theaterinterieur en -podium, doorsnede, [1883-1887], Openbare Werken en Stedenbouw (NPP L1 7/7), Archief van de Stad Brussel]
[Toneelstuk, “De Waaier” van Goldoni, affiche, [1957-1958], Iconografische verzameling (Affiche-245), Archief van de Stad Brussel]
[Speeljaar 1956-1957, programma, [1956], Fonds Fauconnier (n°59-15), Archief van de Stad Brussel]
© Archief van de Stad Brussel