Geschiedenis
De naam van de gemeente komt van een bijrivier van de Zenne, namelijk de Wolume en de etymologie van Woluwe verwijst naar de Germaanse woorden “wel”, “woel” of “wale” (bron of fontein) en “euw”, “eeu” of “eawe” (water). In de loop der tijden heette Sint-Pieters-Woluwe achtereenvolgens Wolewe (1154), Obwolewa (1164), Welewe (1270), Woluwe Santi Petri (1409) en St. Peters Woluwe (1435).
De naam “Wolewe” wordt pas voor het eerst vermeld in 1117, namelijk in een oorkonde van het cartularium van Vorst. Sint-Pieters-Woluwe is ontstaan als een belangrijk gehucht met grote boerderijen die gedurende zeven eeuwen werden uitgebaat door de abdij van Park (Leuven). Het is niet bekend of de gemeente aan het begin van haar bestaan werd beheerd door een of meerdere kasteelheren maar wel staat vast dat de abdij hierin een belangrijke rol speelde.
Omstreeks 1561, toen de revolutie tegen Spanje begon op te borrelen, waren de wegen onveilig, werden kloosters verwoest en vergaderden ketters in de bossen om het land op te zetten tegen Filips II. De klokken van de Sint-Pieterskerk werden verstopt om ze te behoeden voor opeising. Pas in 1585 werden ze teruggehangen. Armoede en honger overheersten en kwamen pas ten einde onder het bewind van Albrecht en Isabella. Deze vorsten beslisten in 1617 om de toegangswegen tussen Brussel en Tervuren te ontsluiten en lieten de steenweg aanleggen die we vandaag kennen als de Hertogstraat.
Iets meer dan twee eeuwen later, in 1795, aan het begin van de Franse bezetting, gaan de alarmbellen opnieuw af want er broedt een opstand tegen de wetgeving die in voege is. Het is een periode van grote onzekerheid op het platteland én in de wouden. Talrijke gewapende bendes dwalen door de bossen maar de wouden worden ook niet gespaard door de inwoners die gedreven door werkloosheid en armoede aan het stropen slaan en zo een groot deel van de fauna uitroeien. Herten, damherten, reeën et everzwijnen zijn op die manier verdwenen. Omdat steenkool en hout voor verwarming schaars waren begon men in het Woluwedal veenderijen uit te baten: die ontginning bleef bestaan tot in 1840.
Met een wet van 18 maart 1800 schafte Eerste consul Napoleon de kantonnale gemeenteraden af en herstelde hij de autonomie van de gemeentes. In de Franse tijd had Sint-Pieters-Woluwe, dat bestond uit verschillende gehuchten en buurtschappen, net zoals alle andere gemeentes een burgemeester, een adjunct-burgemeester en een gemeenteraad. De eerste burgemeester van de gemeente, Marc Fabry, en zijn adjunct, Philippe Theunis, werden aangesteld op 26 mei 1800. Het was pas op 13 januari 1819 dat de eerste gemeenteraad bijeenkwam onder voorzitterschap van burgemeester Henri Van Keerbergen.
Een van de verwezenlijkingen van die raad was de bouw van de eerste openbare school van de gemeente, die tevens dienst deed als gemeentehuis, en die in 1958 werd afgebroken na de bouw van het nieuwe gemeentehuis aan de Charles Thielemanslaan nr. 2. De raad moest ook het hoofd bieden aan het voornemen van Stokkel om onafhankelijk te worden.
In 1880 wordt de raad op de hoogte gebracht van het plan om een spoorlijn aan te leggen die de Leopoldswijk zou verbinden met Tervuren en waardoor de gemeente in tweeën zou worden gedeeld en er op haar grondgebied twee stations zouden verrijzen. De uitbating van deze stadslijn werd in 1958 stopgezet en de brug over de Tervurenlaan werd in 1972 afgebroken.
In 1897, naar aanleiding van de internationale tentoonstelling in het Jubelpark, vatte Leopold II het plan op om een verbinding te maken tussen het Jubelpark en het kasteel van Tervuren door aanleg van een brede verkeersader omzoomd met bomen, de Tervurenlaan. Ten behoeve van de mobiliteit van de bezoekers van de Tentoonstelling werd ook een tram ingelegd. Langs deze statige laan verrezen al snel herenhuizen die waren ontworpen door de allerbelangrijkste architecten, zoals het Stocletpaleis.
Twee jaar later, in 1899, en opnieuw onder impuls van Leopold II, ontwierp architect Lainé in het Woluwedal een groot park. In 1906 werd in Stokkel een paardenrenbaan aangelegd die snel grote faam verwierf zowel door paardenrennen als door vliegtuigmeetings waar de beste piloten ter wereld aan deelnamen. Ze werd afgebroken in 1958, met uitzondering van de grote tribune, en in 1975 werd op dezelfde plaats een zeer modern sportcentrum gebouwd.
Na de Eerste Wereldoorlog kende de gemeente een nieuwe stedenbouwkundige bloei. In 1921 werd een “plaatselijke vennootschap voor goedkope woningen” opgericht die met financiële steun van de gemeente aan de rand van het bos een tuinwijk aanlegde die sindsdien de naam “Mooibos” draagt. Een associatie tussen de gemeente en verschillende vastgoedbedrijven maakte het ook mogelijk nieuwe volledig uitgeruste wegen aan te leggen.
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog kende de verstedelijking een ongemeen grote ontwikkeling. Naast de wijk Mooibos ontwikkelden zich ook Stokkel en de Europawijk. De uitbouw van de gemeenteadministratie vereiste nieuwe lokalen en er werd een gemeentehuis gebouwd. Verder verrezen ook een nieuw sportcentrum, de home Koning Boudewijn, gemeenschapscentra en de Vriendschapswijk.
Door de stedelijke ontwikkeling moest ook de ontsluiting van de gemeente worden verbeterd, vooral naar Sint-Lamberts-Woluwe en de Brusselse Ring. In dat verband werd tramlijn 39 verlengd en werd het Dumonplein aangelegd, de terminus van metrolijn 1B die werd ingehuldigd in 1988.
In 1976 installeerde de gemeente in het gemeentehuis verrijdbare rekken (compactus) voor het opslaan van haar documenten. Iedere dienst beschikte onafhankelijk over zijn archief in dit lokaal, en dit zonder archiveringsplan noch inventaris.
In 1998 nam toenmalig gemeentesecretaris M. Willems zich voor de administratie uit te rusten met een degelijk archiveringssysteem. Er werd een offerteaanvraag gelanceerd en de onderneming CDN-CAIC kreeg de taak om de reorganisatie uit te voeren. Gedurende anderhalf jaar werden de documenten geselecteerd, geïndexeerd volgens de nationale decimale classificatie (NDC) en vervolgens geordend in archiefdozen. Nadat de firma de opdracht had afgerond werd een voltijds archivaris belast met het dagelijks beheer van de archieven.
Collecties
Het gemeentearchief bewaart momenteel ongeveer 12.250 archiefdozen waarvan 210 met oud archief. De meerderheid van de huidige archieven bestaan uit documenten die werden gevormd door de gemeentediensten: patrimonium (akten van verkoop, verhuur, aankoop, enz.), bevolking (domicilie, vreemdelingendossiers, verkiezingen, enz.), burgerlijke stand (geboorten, huwelijken, overlijdens, enz.), werken (wegen, gebouwen, enz.), stedenbouw (sectorplannen, briefwisseling, enz.), secretariaat (gouden bruiloften, boekhouding, enz.), informatica (aankoop van materieel, briefwisseling, enz.), onderwijs (schoolbevolking, organisatie, enz.), cultuur (vertoningen, tentoonstellingen, beheer van kunstwerken), personeel (maar liefst 15.000 individuele dossiers, verloven, premies, rsz, enz.).
Een deel “historisch” archief, goed voor 210 dozen, werd apart geordend maar is ondergebracht in hetzelfde lokaal. Het bestaat voornamelijk uit briefwisseling, oude instructies, boekhoudkundige stukken, documenten i.v.m. de burgerwacht, kadastrale registers, enz.
De oudste stukken gaan terug tot de 17e eeuw, zoals een verkoopakte uit 1666 of een document over afstand van een stuk grond te Stokkel (1709), evenals registers van de burgerwacht uit de jaren 1800. Alle registers met de gemeentelijke beraadslagingen sinds 1806 zijn in goede staat bewaard gebleven en worden in beveiligde koffers bewaard.
Het rijke archief droeg zeker bij tot het schrijven van het boek “Woluwe-Saint-Pierre Histoire et terroir” waarin de hele geschiedenis van mens en natuur in de gemeente wordt beschreven. Het werk werd uitgegeven bij Aparté en is van de hand van een multidisciplinair team bestaande uit Geneviève Lacroix, historica en specialiste van de mentaliteitsgeschiedenis, Edgar Kesteloot, geograaf en bioloog, Marc Villiers, historicus en kenner van Sint-Lamberts-Woluwe, en Marc Meganck, historicus en specialist van de oudheidkunde en het Brussels patrimonium.
Met de talrijke documenten die bewaard zijn gebleven over de periode 1914-1918 (briefwisseling, diverse inventarissen, verhouding tot de bezetter, affiches, enz.) konden ook drie tentoonstellingen worden opgezet over de Eerste Wereldoorlog.
Beheer, bewaring en digitalisering van het archief
De archiefdienst krijgt jaarlijks zowat 4 tot 5 ton documenten te verwerken. Ze worden geselecteerd, geïnventariseerd en geordend.
In het gemeentehuis bevindt zich een zaal met een oppervlakte van 300 m² (25 m x12 m) waar 72 verrijdbare rekken staan met elk een maximumlengte van 6m. Elk rek kan 100 tot 330 archiefdozen bevatten (54m). De totale lengte van de rekken bedraagt 2500 strekkende meter.
Zijn reeds gedigitaliseerd :
- De beraadslagingen van het college van burgemeester en schepenen en van de gemeenteraad voor de periode 1996 tot 2006.
- De dossiers over de vieringen van gouden bruiloften van 1996 tot heden.
- 170 pensioendossiers.
- De dossiers arbeidsongevallen sinds 2006 tot op heden.
- Meer dan 700 geschreven documenten of foto’s uit de periode 1914-1918.
- Meer dan 500 geschreven documenten of foto’s over de geschiedenis van de gemeente.
- 250 affiches van de Eerste Wereldoorlog.
- De bevolkingsregisters (microfiches) en registers van burgerlijke stand (Bij de dienst Bevolking).
- Postkaarten en foto’s (Bij de dienst cultuur en patrimonium)
Tot op vandaag worden plannen en stedenbouwkundige vergunningen niet bewaard bij de archiefdienst maar in een lokaal naast de dienst stedenbouw. De plannen en documenten van de dienst worden gedigitaliseerd.
Aanvullende gegevens
- Adres: Charles Thielemanslaan 93 – 1150 Brussel
- Telefoon: 02/773.05.74
- Mail: archives@woluwe1150.be
- Website: link
- Het archief is toegankelijk voor het publiek mits toelating van het college van burgemeesters en schepenen. Voor de bezoekers is in de archiefzaal een plaats voorzien met een grote tafel en stoelen.
Gemeentebestuur van Sint-Pieters-Woluwe (Archiefdienst) © Alle rechten voorbehouden