Après la première guerre mondiale, une partie des terrains situés au nord du boulevard Lambermont sont expropriés pour permettre au Foyer schaerbeekois de mettre en place une cité-jardin faisant la part belle aux maisons particulières à bon marché. L’emplacement choisi se situe alors entre le cimetière communal et la rue du Tilleul.
Na de eerste wereldoorlog werd een deel van de terreinen ten noorden van het Lambermontlaan onteigend om aan de Schaarbeekse Haard de mogelijkheid te geven een tuinwijk te laten bouwen die heel wat ruimte gaf aan goedkope woningen. De gekozen plaats lag toen tussen het gemeentelijke kerkhof en de Lindestraat.
[La cité-jardin, plan, 1920, Archives communales de Schaerbeek | De tuinwijk, plan, 1920, Gemeentearchieven van Schaerbeek]
[Sur ce projet, on voit que des rues sont prévues sur l’emplacement du cimetière communal. Le cimetière communal ne sera définitivement supprimé que dans les années 1960 pour laisser la place au parc Albert | Op dit project kan men zien dat straten worden gepland op de plaats van het gemeentelijke kerkhof. Het gemeentelijke kerkhof zal pas definitief in de jaren 1960 afgebroken worden om ruimte te maken voor het nieuwe Albertpark]
[La cité-jardin, plan, 1921, Fonds Foyer schaerbeekois, Archives communales de Schaerbeek | De tuinwijk, plan, 1921, Schaarbeekse Haard archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
À la suite d’un concours organisé en 1921, deux architectes sont désignés pour mettre en place le projet : Victor Roulet et Henri Jacobs fils. Le premier a déjà une expérience certaine dans la construction de logements sociaux à Schaerbeek et le deuxième peut compter sur les conseils avisés de son père, Henri Jacobs, l’un des premiers architectes ayant travaillé pour le Foyer schaerbeekois.
Ten gevolge van een wedstijd die in 1921 was georganiseerd werden twee architecten aangewezen voor het opzetten van het project: Victor Roulet en Henri Jacobs zoon. De eerste had al een zekere ervaring in het bouwen van sociale woningen in Schaarbeek en de tweede kon rekenen op het bedachtzame advies van zijn vader Henri Jacobs, een van de eerste architecten die voor de Schaarbeekse Haard hadden gewerkt.
[Règlement du concours pour la cité-jardin, 1921, Fonds Foyer schaerbeekois, Archives communales de Schaerbeek | Wedstrijdreglement voor de tuinwijk, 1921, Schaarbeekse Haard archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
Les premières constructions sortent de terres rapidement. Le plan d’aménagement prévoit plusieurs rues rayonnant autour d’une place ovale centrale. Le tracé de rues courbes garanti la tranquillité en empêchant le passage d’un trafic automobile important. Plus de deux cents maisons individuelles sont créées et très vite revendues. La cité-jardin est inaugurée le 19 septembre 1926 en présence du bourgmestre Raymond Foucart.
De eerste woningen rijzen snel uit de grond. Het inrichtingsplan voorziet een paar straten die vanuit een centraal ovaal plein vertrekken. Het tracé van de kromme straten garandeert rust en stilte, door het voorkomen van te veel transitverkeer. Meer dan 200 individuele huizen worden opgericht en vlug verkocht. Op 19 september 1926, in aanwezigheid van Burgemeester Raymond Foucart wordt de wijktuin plechtig ingewijd.
[Inauguration de la cité-jardin, photographie, 1926, Fonds iconographique, Archives communales de Schaerbeek | Inwijding van de tuinwijk, fotografie, 1926, Iconographische verzameling, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
[On peut voir assis à droite dans son uniforme, le bourgmestre Foucart. L’homme qui lit un discours sur la gauche est Louis Bertrand, échevin des Finances et fondateur du Foyer schaerbeekois | Burgemeester Foucart, met zijn uniform, is op de rechterkant gezetten. De man op de linkerkant, die een toespraak houdt, is Louis Bertrand, de schepen van financiën en de oprichter van de Schaarbeekse Haard]
Les travaux se poursuivent ensuite avec la construction de plusieurs immeubles à logement multiples qui sont notamment installés aux angles des rues et réservés à la location. Les noms attribués aux rues de la cité ne forment pas une thématique comme pour d’autres cités-jardins bruxelloises mais rendent hommage à des artistes tels Charles Vanderstappen, Herman Richir et Godefroid Guffens, à des écrivains tels Julius Hoste, Théo Coopman et Hubert Krains ou encore à des hommes politiques schaerbeekois tels Raymond Foucart et Alexandre De Craene.
De werf gaat verder met het bouwen van een paar panden met meervoudige flats, die onder meer op de hoeken worden opgelegd en voor de huur gereserveerd. De namen van de straten volgen geen thematiek als in de andere Brusselse tuinwijken maar brengen hulde aan kunstenaars zoals Charles Vanderstappen, Herman Richir et Godefroid Guffens, schrijvers zoals Julius Hoste, Théo Coopman en Hubert Krains of nog aan Schaarbeekse politici zoals Raymond Foucart of Alexandre De Craene.
[Immeuble à l’angle des rues Coopman et De Craene, plan, 1929, Fonds Foyer schaerbeekois, Archives communales de Schaerbeek | Pand op de hoek van de Coopmanstraat en De Craenestraat, plan, 1929, Schaarbeekse Haard archieven, Gemeentearchieven van Schaarbeek]
© Archives communales de Schaerbeek | Gemeentearchieven van Schaarbeek
