Curiosités toponymiques

Le quartier Notre-Dame-aux-Neiges | Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk

Le quartier dit « Notre-Dame-aux-Neiges » est aujourd’hui compris entre la rue de Louvain, la rue Royale et la petite Ceinture, dans la partie nord-est du Pentagone. Initialement, il était plus petit et était délimité par la rue des Cailles, la rue vers Louvain et la porte de Treurenberg. Son nom lui vient d’une petite chapelle qui se situe en dehors des premiers remparts de la Ville, sur les hauteurs, en pleine campagne. Elle est dédiée à la Vierge qui, au VIe siècle, a désigné de son blanc manteau de neige l’endroit où bâtir la Basilique Sainte-Marie-Majeure à Rome. D’après Louis Quiévreux dans sa chronique « Ce jour qui passe » publiée dans le quotidien La Lanterne (AVB, Archives privées, 995, 25/09/1962), cette chapelle était utilisée par les dentellières.

Vandaag ligt de zo genaamde « Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuw » wijk tussen de Leuvenseweg, de Koningsstraat en de Kleine Ring in het noordoostelijke deel van de Vijfhoek. Aanvankelijk was hij kleiner en werd deze begrensd door de Kwartelstraat, de weg naar Leuven en de Treurenbergpoort. De naam komt van een kleine kapel die is gelegen buiten de eerste omwalling van de stad op de hoogtes in het midden van het platteland. Hij is gewijd aan de Maagd die in de 6de eeuw met haar witte mantel van sneeuw de plaats anduidde waar de basiliek van Santa Maria Maggiore in Rome moest gebouwd worden. Volgens Louis Quiévreux, in zijn kroniek « Ce jour qui passe » gepubliceerd in het dagblad La Lanterne (ASB, Private archieven, 995, 25/09/1962), werd deze kapel gebruikt door de kantwerksters.

[Vue du quartier, plan, 1768-1772, Section cartographique (Plan de Bruxelles grand format n°3), Archives de la Ville de Bruxelles | Uitzicht op de wijk, plan, 1768-1772, Sectie kaarten (Plan de Bruxelles grand format n°3), Archief van de Stad Brussel]

 

Lorsque ce quartier est englobé dans la seconde enceinte, il reste très champêtre. Aux vignes et vergers succèdent les jardins des institutions religieuses et charitables qui profitent de ses larges espaces et s’y installent dès le XVIe siècle (p. ex. : les Pesthuysens en 1555 et les Annonciades en 1650). Suite à la politique de l’Empereur Joseph II visant à la suppression des couvents jugés inutiles et de la Révolution française, ces institutions religieuses sont démantelées et leurs biens réutilisés. Par exemple, les Annonciades deviennent une caserne de cavalerie en 1785. Au XIXe siècle, ce sont d’autres enseignes qui s’emparent de ces anciens lieux sacrés : guinguettes et cabarets prospèrent. Quant à la chapelle Notre-Dame-aux-Neiges, elle est tout simplement détruite en 1796.

Wanneer deze wijk wordt opgenomen in de tweede omwalling blijft het er zeer rustiek. De wijn- en boomgaarden worden vervangen door de tuinen van religieuze en caritatieve instellingen. Ze profiteren van deze grote ruimtes en settelen er zich vanaf de 16e eeuw (bv. Pesthuysens in 1555 en Annunciaten in 1650). Naar aanleiding van het beleid van keizer Jozef II dat gericht was op de afschaffing van als nutteloos beschouwde kloosters en met de Franse Revolutie worden deze religieuze instellingen ontmanteld en hun eigendommen hergebruikt. De gebouwen van de Annonciaten bv. worden in 1785 een cavalerie kazerne. In de 19de eeuw nemen anderen bezit van deze oude heilige plaatsen: “guinguettes” en cabarets gedijen er goed. De Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuw kapel werd het eenvoudigweg gesloopt in 1796.

[Maison rue de Louvain n°106, photo, ca. 1930, Collection iconographique (C-11383), Archives de la Ville de Bruxelles | Huis op nr. 106 Leuvensetraat, foto, ca. 1930, Iconografische verzameling (C-11383), Archief van de Stad Brussel].
Maison échappée aux démolitions du quartier en 1876, mais démolie en décembre 1938 pour l’édification de l’Hôtel des Chèques-Postaux | Huis ontsnapt uit de sloop van de wijk in 1876, maar nadien gesloopt in december 1938 voor de bouw van het Bestuur der Postcheques.

 

Au XIXe siècle, suite à la destruction des remparts, le quartier est étendu vers l’est. Il est également réaménagé par le tracement de nouvelles rues rectilignes reliées entre elles par une place circulaire : la place d’Orange. Malgré la construction de la Colonne du Congrès en 1850 et d’autres aménagements, le quartier reste populaire et truffé d’impasses insalubres et surpeuplées. La Ville de Bruxelles décide d’assainir le quartier. Le bourgmestre Jules Anspach choisit le plan d’Antoine Mennessier et de Georges Aigoin. La Société anonyme du quartier Notre-Dame-aux-Neiges est créée en 1874 pour l’appliquer, mais doit poser son bilan en 1885. Les travaux sont terminés en 1890 par la Ville qui a racheté ses actifs. Le quartier devient bourgeois et se dote d’infrastructures prestigieuses : les Bains royaux, le Cirque royal, l’Eden Théâtre et la Galerie du Parlement. Le XXe siècle marque une dernière transformation du quartier par l’arrivée du secteur tertiaire : les bureaux s’installent et réduisent la part de l’habitat.

In de 19de eeuw wordt na de vernietiging van de stadswallen de wijk naar het oosten uitgebreid. Deze wordt gereorganiseerd door het trekken van nieuwe rechte straten verbonden door een cirkelvormige plaats: het Oranjeplein. Ondanks de aanleg van de Congreskolom in 1850 en de andere stedelijke voorzieningen blijft de buurt eerder volks en vol van onhygiënische en overvolle impasses. De Stad Brussel beslist om de wijk te saneren.De Burgemeester Jules Anspach kiest het plan van Antoine Mennessier en Georges Aigoin. De naamloze vennootschap van de buurt Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuw word in 1874 opgericht om dit plan uit te voeren, maar in 1885 moet ze het faillissement aanvragen. De Stad koopt de bedrijfsactiva op en beëindigt de werken in 1890. De wijk wordt burgerlijk en beschikt over prestigieuze infrastructuur : de Koninklijke Baden, het Koninklijk Circus, het Eden Theater en de Parlementsgalerij. De 20ste eeuw beïnvloedt de wijk door een laatste verandering : de opkomst van de tertiaire sector. Kantoren vestigen zich in de wijk en verminderen het aandeel de bewoonbare oppervlakte.

[Tracé des nouvelles rues sur le bâti existant, plan, 1874, Travaux publics et urbanisme (350), Archives de la Ville de Bruxelles | Ontwerp van nieuwe straten op de bestaande bebouwing, plan, 1874, Openbare Werken en Stedenbouw (350), Archief van de Stad Brussel]

 

[Extrait du registre des immeubles compris dans la zone d’expropriation pour la transformation du quartier, registre, ca. 1874-1878, Propriétés communales (Quartier Notre-Dame-aux-Neiges, Portefeuille I), Archives de la Ville de Bruxelles | Uittreksel uit het register van gebouwen opgenomen in de onteigeningszone voor de transformatie van het wijk, register, ca. 1874-1878, Gemeenschappelijke eigenschappen (Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk, Portefeuille I), Archief van de Stad Brussel]

 

[Programme des fêtes du quartier, affiche, 1895, Collection iconographique (Affiche 660), Archives de la Ville de Bruxelles | Buurtfeestenprogramma, affiche, 1895, Iconografische verzameling (Affiche 660), Archief van de Stad Brussel].
La figure féminine tient un plan du nouvel aménagement du quartier | De vrouwelijke figuur houdt een plan voor de nieuwe inriching van de wijk vast.

 

Le quartier est aujourd’hui également dénommé « Quartier des Libertés » en référence aux quatre libertés constitutionnelles (des cultes, d’association, de l’enseignement et de la presse) qui ont donné leur nom aux quatre rues qui partent de la place centrale conçue par Mennessier et Aigoin.

De buurt wordt vandaag de « Wijk van de Vrijheden » genoemd. Dit verwijst naar de vier constitutionele vrijheden (vrijheid van godsdienst, van vereniging, van onderwijs en van de pers). De vier straten die vertrekken vanaf het centrale plein ontworpen door Mennessier en Aigoin werden naar deze vrijheden vernoemd.

 

© Archives de la Ville de Bruxelles | Archief van de Stad Brussel

Laisser un commentaire