Né à Bruxelles, rue Haute, en 1934, Léopold Speekaert connait, de par sa constitution fragile, une enfance choyée. Il retrouve une santé robuste de part sa pratique du sport, notamment le canotage sur le canal de Willebroek. Issu d’une famille nantie, il peut envisager un avenir sans inquiétude et s’adonner pleinement à son art, la peinture.
Léopold Speekaert is in 1834 in de Hoogstraat in Brussel geboren en was door zijn zwak gestel een vertroeteld kind. Door vaak te gaan kanovaren op het Kanaal van Willebroek, ging zijn gezondheid er fel op vooruit. Hij kwam uit een zeer gegoede familie, waardoor hij een zorgeloze toekomst voor zich had en hij zich volledig op zijn kunst, de schilderkunst kon toeleggen.
[Léopold Speeckaert (gauche, debout)| Léopold Speekaert (links)]
Sa vocation va naître d’une rencontre, dans sa prime jeunesse, avec le peintre van Eyken dont il visite l’atelier. Il fait ses premières études dans l’atelier libre « Saint-Luc » que fondent quelques jeunes peintres désireux de se soustraire à l’influence de l’enseignement académique. Il y est dirigé par Ernest Slingeneyer. « Les Deux Derniers », épisode du déluge, sera sa première grande toile enchaînée, sous l’influence de Gustave Courbet, par quatre autres d’un réalisme audacieux, « Les plaies sociales ».
Zijn roeping kwam voort uit een ontmoeting in zijn jonge jaren met de schilder van Eyken, wiens atelier hij had bezocht. Hij ging eerst studeren in het vrije atelier « Saint-Luc », opgericht door enkele jonge schilders die zich van de invloed van het academisch onderwijs wilden bevrijden. Ernest Slingeneyer was er zijn mentor. « Les Deux Derniers », episode van de zondvloed, wordt zijn eerste grote schilderij, onder invloed van Gustave Courbet, gevolgd door vier andere van een gedurfd realisme, « Les plaies sociales ».
En 1860, il fait partie du groupe de l’Art Libre où il retrouve ses premiers amis comme Charles Degroux, Eugène Smits, Constantin Meunier, Alfred Verwée, Édouard Huberti, Périclès Pantazis et d’autres. Il présente un ensemble d’œuvres à l’Exposition Rétrospective de Bruxelles en 1880. A titre d’invité, il prend part à la première Exposition des XX en 1885 marquant ainsi son appartenance aux figures d’avant-garde. Il fréquente assidûment les locaux du Cercle Artistique et organise une exposition générale de son œuvre dans les galeries attenant à son hôtel particulier en 1898.
In 1860 sloot hij zich aan bij de Art Libre-groep, waar hij zijn vrienden van vroeger terugzag zoals o.a. Charles Degroux, Eugène Smits, Constantin Meunier, Alfred Verwée, Édouard Huberti of Pantazis. In 1880 presenteerde hij een collectie werken op de retrospectieve tentoonstelling in Brussel. Als gast nam hij in 1885 deel aan de eerste tentoonstelling van de XX, waarmee hij zich als avant-garde-kunstenaar profileerde. Hij was een trouwe bezoeker van de Cercle Artistique en organiseerde in 1898 een overzichtstentoonstelling van zijn œuvre in de galerijen die aan zijn herenhuis paalden.
Léopold Speekaert avait en aversion le coloris factice et convenu. De fait, il est plutôt un harmoniste qu’un coloriste. Il a cherché à exprimer avec vérité les effets variés de la lumière cherchant à donner l’impression de l’atmosphère enveloppante. Il est aussi soucieux de la forme, de la construction et du modelé dans ses études de paysage comme dans celles de la figure. Son exécution ample et ferme où tout est vu, compris, senti, interprété avec un tempérament très personnel est parfois un peu appuyée. Il reprend souvent ses tableaux pour les travailler longuement. Aussi la peinture de Speekaert manque quelque fois de spontanéité mais elle pénètre lentement par le charme de sa coloration argentine et nacrée et par sa grande sincérité. Léopold Speekaert ne s’est pas cantonné dans un genre spécial. La figure humaine, le paysage, la nature morte l’ont intéressé dans leurs aspects les plus divers.
D’une opiniâtreté inébranlable dans l’application des principes dont il avait fait la loi de sa vie, il offre à ses contemporains le rare exemple d’une droiture admirable et ne se soucie ni des effarouchements, ni des conseils, ni de l’abandon.
Il s’éteint le 3 décembre 1915 dans son hôtel particulier qu’il lègue à la commune de Saint-Gilles à la condition de l’entretenir et d’en faire un musée.
Les archives du musée Speekaert ont fait l’objet d’un inventaire qui sera prochainement consultable sur le site de la commune de Saint-Gilles.
Léopold Speekaert had een afkeer van nepkleuren en was daarom veeleer een harmonist dan een colorist. Hij probeerde de verschillende effecten van het licht waarheidsgetrouw weer te geven en zo de indruk te wekken van een omhullende sfeer. Hij had ook oog voor vorm, constructie en modellering, zowel in zijn landschapsstudies als in zijn figuren. Zijn gulle en stevige uitvoering, waarbij alles wordt gezien, begrepen, gevoeld, geïnterpreteerd en met een zeer persoonlijk temperament, is soms wat uitgesproken. Vaak haalde hij zijn schilderijen weer boven om ze grondig te herwerken. Speekaert’s werk mist soms spontaniteit maar weet toch te beroeren dankzij de charme van zijn heldere en parelmoerachtige kleuren en zijn grote oprechtheid. Leopold Speekaert heeft zich nooit in een bepaald genre opgesloten. De menselijke figuur, het landschap of het stilleven interesseerde hem in hun meest uiteenlopende aspecten.
Onverdroten hield hij koppig vast aan zijn principes, die hij tot levenswet had uitgeroepen. Voor zijn tijdgenoten was hij een zeldzaam voorbeeld van bewonderenswaardige rechtlijnigheid en hij trok zich niets aan van angst, advies, noch verlating.
Hij is gestorven op 3 december 1915 in zijn herenhuis, dat hij aan de gemeente Sint-Gillis heeft nagelaten, op voorwaarde dat ze het zou onderhouden en er een museum van zou maken.
De archieven van het Speekaert museum zijn geïnventariseerd en zullen binnenkort op de website van de gemeente Sint-Gillis kunnen worden ingekeken.
© Commune de Saint-Gilles | Gemeente Sint-Gillis