Getuigenissen, Tweede wereldoorlog

Een blik op de Tweede Wereldoorlog: het verhaal van Micheline Botte, dochter van een verzetsstrijder

Op 24 april 2025 had de gemeentelijke archiefdienst het genoegen om mevrouw Micheline Botte te ontmoeten. Deze dame, geboren in 1935, was nog een kind toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. In een interview vertelde Micheline Botte over de verzetsactiviteiten van haar vader, die bij het gemeentebestuur van Sint-Gillis werkte, en over het dagelijkse leven onder het juk van de Gestapo. De herinneringen aan haar jeugd laten zien hoe tragisch die tijd was, maar ook hoe heldhaftig gewone mensen konden zijn.

Leven onder het alziend oog van de Gestapo

Het gezin van Micheline Botte woonde eerst in Vorst, maar moest verhuizen omdat het gebied vaak gebombardeerd werd. Uiteindelijk belandde het gezin in een gebouw aan de Jean Volderslaan in Sint-Gillis. Al snel kwamen Micheline’s ouders erachter dat het appartement vóór hun komst van een joodse familie was geweest, die door buren was verraden en in de gaskamers was omgekomen. Hun huis werd daarbij leeggeroofd.

Vanaf 1942 werd het gebouw ook regelmatig en zonder waarschuwing door de Gestapo doorzocht. De Duitsers, die de bevolking constant onder druk wilden houden, waren extra achterdochtig omdat er in Micheline’s appartement een ongebruikte kamer was die als bergruimte diende. De Gestapo lette op elk klein detail, hoe onbelangrijk ook, zoals een snel opgemaakt bed, en ze had een scherp oog voor pogingen om elk gebruiksspoor te verbergen. Hun vrees was immers niet ongegrond: in de Jean Volderslaan bevond zich een belangrijk verzetsnest. Micheline Botte liep, zonder dat ze het wist, regelmatig langs nummer 32, waar het netwerk van het Rode Orkest zat, een spionageorganisatie die tegen de nazi’s vocht.

Verzet, een dagelijkse daad

Verzetsacties gebeurden vaak op plekken waar dat niet per se verwacht werd. Micheline Botte herinnert zich de directrice van het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes, Alice Boisacq, een strenge en autoritaire figuur die iedereen verbood om naar de derde en vierde verdieping van de school te gaan. Pas na de bevrijding kwam Micheline erachter dat mevrouw Boisacq Engelse piloten en parachutisten in het gebouw verstopte.

De oom van Micheline Botte, Gilles Pironnet, een politieagent in Elsene, had toegang tot wapendepots en sloeg wapens op bij hem thuis voor het verzet. Waarschijnlijk werd hij verraden, want uiteindelijk kwam de Gestapo langs en vond de spullen. Hij zat gevangen in de kampen van Vught en Neuengamme, werd ziek en stierf tijdens zijn deportatie.

Ook binnen het gemeentebestuur waren er verzetsstrijders actief. Er was een goed geoliede machine operationeel met de hulp van secretariaatsmedewerkers die de identiteitsdocumenten beheerden. Een van hen was Gaston Botte, de vader van Micheline. Samen met een paar collega’s maakte hij valse papieren die dan onder Joodse families werden verspreid. De papieren werden doorgegeven aan koeriers van het verzet in de hal op de eerste verdieping van het stadhuis. Een van die koeriers was Saül Benensohn, die in 1943 drieëntwintig was en studeerde aan de ULB.

30 november 1943: een datum om te onthouden

Micheline Botte vertelt over een gebeurtenis die een diepe indruk op haar heeft nagelaten. Op 30 november 1943 ’s avonds komt haar vader Gaston helemaal van streek thuis van zijn werk. Hij, die nooit met zijn kinderen over zijn verzetswerk praatte omdat hij bang was dat ze het geheim per ongeluk zouden verklappen, vertelt dan wat er die dag was gebeurd: nadat iemand hem had verraden, werd Saül Benensohn door de Duitsers opgepakt bij de Naamsepoort, net toen hij op het punt stond valse papieren af te leveren. Met geweld wordt hij naar het stadhuis van Sint-Gillis gebracht, waar in de hal op de eerste verdieping de medewerkers verantwoordelijk voor de productie van identiteitsdocumenten, naar buiten worden gedwongen. Onder hen ook Gaston Botte. Saül Benensohn wordt dan gevraagd om zijn medeplichtigen aan te duiden. Maar omdat hij wist dat hij gemarteld zou worden totdat hij namen zou noemen, besloot de jongeman uit het raam te springen om niet te moeten praten. In december 1993, vijftig jaar na de dood van de student, werd op de plek van het incident een gedenkplaat onthuld om deze trieste gebeurtenis te herdenken.

Hoewel Micheline Botte Saül Benensohn nooit heeft ontmoet, is ze hem toch heel dankbaar. Door zijn offer konden Gaston Botte en zijn medeplichtigen de deportatie vermijden, waarvan ze misschien nooit zouden zijn teruggekeerd. De gebeurtenissen die ze als kind meemaakte, hadden een grote invloed op wie ze later werd. Ze bracht haar hele carrière door als lerares geschiedenis en benadrukt de fundamentele rol van geschiedenis in een democratie.

Laisser un commentaire