Heiligdommen en kerkhoven

In het spoor van de begraafplaatsen van Sint-Gillis

De begraafplaats van Sint-Gillis is ontstaan in het gehucht Obbrussel in het begin van de 13de eeuw en lag toen rond de kerk die aan de gelijknamige heilige was gewijd, op de plek waar zich nu het Voorplein bevindt. Na de geplande sloop van het kerkgebouw ging de begraafplaats in 1862 dicht, om een eerste keer te verhuizen. Door de demografische groei van Sint-Gillis als gevolg de ontwikkeling extra muros van Brussel, moest een grotere kerk worden gebouwd. Die opdracht werd toevertrouwd aan architect Victor Besme.

[Onteigeningsakten betreffende de overdracht van een privé-eigendom in Sint-Gillis voor de uitbreiding van het kerkhof van de parochies van Zavel, Miniemen en Kapellekerk in Brussel, 1857. Inventaris 32. Gemeentearchief van Sint-Gillis.]

 

Om de bouw van dit nieuwe monument mogelijk te maken, werd de begraafplaats overgebracht naar de Bosstraat (tussen de Wipstraat en de Gisbert Combazstraat) op de plaats van een voormalige pachtboerderij met gronden en tuinen van 67 are groot. De begraafplaats was intussen multiconfessioneel en erkend als “eerste gemeentelijke begraafplaats” in de Brusselse agglomeratie.

[Carte topographique de Bruxelles et de ses environs / levée et dessinée par M. G. De Wautier. Bron: gallica.bnf.fr / BnF.]

 

Helaas bleek die al snel te klein en besloot de hogere overheid in 1881 een perceel aan te kopen in Ukkel-Kalevoet, langs de Alsembergsesteenweg (vandaag La Roseraie). De keuze van de locatie bleek rampzalig omwille van de zeer vochtige en kleiachtige ondergrond van het terrein. Bij het delven van de graven sijpelde het water in de grond, waardoor de lijkkisten in de grond wegzakten en het natuurlijke ontbindingsproces onmogelijk was. Amper veertien jaar na de opening van deze begraafplaats, zou er een derde verhuizing volgen, deze keer naar de Stillelaan.

[Uitzicht op de nieuwe gemeentelijke begraafplaats, Stillelaan, geen datum. Fotoalbum met zevenentwintig verschillende opnamen met betrekking tot Sint-Gillis. Inventaris 13, Gemeentearchief van Sint-Gillis.]

 

De aanleg van deze nieuwe 11,6 hectare grote rustplaats werd toevertrouwd aan architect Edmond Quétin. Die ontwierp een plan met grote radiale bogen op een zanderige helling met een fraai uitzicht op de Zennevallei en de omliggende gemeenten. Boven op de monumentale ingang lijkt het allegorische beeldhouwwerk “De stilte van het graf” van Julien Dillens, dat bovenop een zuil prijkt, de bezoekers uit te nodigen tot bezinning en respect voor de plek.

[“De stilte van het graf” van Julien Dillens, bij de ingang van de begraafplaats. Persoonlijke foto, 2022.]

 

Naar het voorbeeld van de gemeente Laken zou Edmond Quétin ook hier ondergrondse grafgalerijen bouwen, die intussen niet langer toegankelijk zijn wegens te gevaarlijk. Ze zijn tegen de helling aangebouwd en bestaan uit 540 cellen. Die speelden in op de exponentiële bevolkingsgroei en waren economisch interessant, omdat ze snel en goedkoop konden worden aangelegd. Sinds 1930 kwamen er bovenaan de begraafplaats geleidelijk grafcellen in openlucht bij, waardoor de crypten er verlaten bij kwamen te liggen.

[Ingang naar de ondergrondse grafgalerijen, geen datum. Fotoalbum met zevenentwintig verschillende opnamen met betrekking tot Sint-Gillis. Inventaris 13, Gemeentearchief van Sint-Gillis.]

 

[Ingang naar de ondergrondse grafgalerijen. Persoonlijke foto, 2022.]

 

[Grafcellen in openlucht. Persoonlijke foto, 2022.]

 

In 1932 werd onder leiding van Louis de Vestel, aan de rand van de begraafplaats, het eerste crematorium van het land, en tot op heden het enige in Brussel, gebouwd. De bouw ervan volgde op de wet van 1931, die lijkverbranding als begravingstechniek toestond.

[Strooiweide. Persoonlijke foto, 2022.]

 

In 125 jaar tijd zijn meer dan 200.000 mensen begraven op de begraafplaats van Sint-Gillis, die ook talrijke monumenten telt voor belangrijke figuren uit de politieke, culturele en artistieke wereld (waarover Antoine Bréart, Léopold Speekaert, Maurice Van Meenen, Jef Lambeaux, Louis Coenen…) en voor soldaten en verzetsstrijders. Sommige daarvan moeten nog worden beschermd. De begraafplaats was het toneel van tragische maar soms ook wel ongewone gebeurtenissen uit onze geschiedenis die zich binnen de muren hebben afgespeeld, zoals het neerstorten van een geallieerd vliegtuig in 1945, de zelfmoord van een man en de onvrijwillige doodslag op het kind van een grafdelver.

 

[Ereveld. Persoonlijke foto, 2022.]

 

Als afsluiter geven we nog een weetje mee. Als je voorbij het graf van beeldhouwer Jef Lambeaux wandelt, kom je voor een raadsel te staan. Op de grafsteen staan drie namen, terwijl in de grafkelder enkel het lichaam van de kunstenaar en diens tweede vrouw liggen. Voor wie was dus de derde plaats bestemd, naar wie de naam van “Nelson” verwijst? Tot op vandaag blijft het mysterie onopgelost.

[Graf van Jef Lambeaux. Persoonlijke foto, 2022.]

 

Referenties:

  • Monographie de Saint-Gilles, Fernand Bernier, Edit. P. Weissenbruch, Bruxelles 1904
  • Guide des cimetières de Bruxelles, Jacques A. M. Noterman, Edit. J. M. Collet, 1994
  • Brussel, stad van Kunst en Geschiedenis, nr. 38 – Kerkhoven en begraafplaatsen, Marcel Célis, Uitg. Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2004
  • De Stilte en de Graven, Pierre Dejemeppe en Jean-Pierre De Staercke, Verantwoordelijke uitgever: Charles Picqué, 2018
  • Sint-Gillis vraagt het Brussels Gewest om twintig monumenten op zijn begraafplaats te beschermen, Brussel (/régions/Bruxelles), (/journaliste/la-redaction-5f4f414e7b50a677fb5e689a), gepubliceerd op 4/12/2021 om 16:04

 

© Gemeentelijke archieven van Sint-Gillis

Laisser un commentaire